Jesaja 53,1-12

 


13
Zie mijn knecht zal succesrijk zijn
Hij zal stijgen, zal verheven en zeer hoog zijn.
14
Evenals velen om hem1 ontzet waren
zo wezenloos geschonden was zijn verschijning
en ontmenselijkt zijn gestalte –
15
zo zal hij vele naties opschrikken2 ;
om hem zullen koningen de mond dicht klemmen.
Want zij, aan wie niets verteld was, zien het
en wie niets gehoord hadden, begrijpen het.
 
1
Wie kon geloven wat door ons is gehoord?
De arm van JHWH, aan wie was die geopenbaard?
2
Hij kwam op als een loot, voor zich alleen3
als een wortelscheut uit dorre aarde.
Hij had geen gestalte, niets majesteitelijks
zodat wij hem zouden hebben aangezien
geen verschijning
zodat wij hem begeerd zouden hebben.
3
Hij was gesmaad en gemeden door mensen
een mens van smarten, bekend met ziek zijn
als iemand die maakt dat men zijn gezicht voor hem verbergt.
Hij was gesmaad – en wij hebben hem niet geacht.
4
Evenwel, onze ziekten, hij heeft ze gedragen
onze smarten heeft hij getorst.
Wij echter achtten hem een geteisterde
een door God geslagene en neergebogene.
5
Hij echter is het, die werd doorboord om onze overtredingen
verbrijzeld om onze schulden.4
Tuchtiging, ons tot vrede, was op hem
door zijn striemen kregen wij genezing.
6
Wij allen dwaalden als schapen
we wendden ons gezicht ieder naar zijn eigen weg
maar JHWH liet hem treffen
de schuld van ons allen.
7
Hij werd voortgejaagd, maar hij, daaronder boog hij zich
en deed zijn mond niet open;
zoals een lam dat naar de slacht wordt gevoerd
als een ooi die stom blijft voor haar scheerders
deed hij zijn mond niet open.
8
Door een onderdrukkend rechtsysteem5 werd hij weggenomen
en zijn lot,6 wie klaagt er over?
Ja, hij werd weggesneden uit het land der levenden
om de overtreding van zijn volk was de teistering op hem.
9
Men gaf hem zijn graf bij misdadigers
Bij boosdoeners,7 na zijn dood8
hoewel hij geweldloos handelde
en er geen bedrog in zijn mond was.
10
Het behaagde JHWH echter hem te verbrijzelen
hij liet hem ziek worden.
Waarlijk hij stelde9 zijn bestaan tot schuldoffer.
Hij zal nageslacht zien, dagen van leven hebben.
Wat JHWH behaagt, zal door zijn toedoen gelukken.
11
Na de rampspoed van zijn bestaan zal hij [licht10 ] zien
zal hij zich verzadigen aan de kennis11 omtrent zichzelf:
De rechtvaardige, mijn knecht, zal zich aan de velen rechtvaardig betonen
hun schulden, hij is het die ze zal torsen.
12
Daarom zal ik hem laten delen als een van de velen:
met machtigen12 zal hij de buit delen
omdat hij zijn bestaan aan de dood heeft blootgesteld
en onder de overtreders gerekend werd.
13
Hij echter heeft de zonden van velen gedragen
en voor hun overtreding13 liet hij zich treffen.
 

Noten

  1. MT: ‘om jou’.↩︎

  2. ‘uiteenspetteren’. Zie voor deze en andere keuzen: W.Beuken, Jesaja 2a (POT).↩︎

  3. voor zijn (eigen) aangezicht > alleen.↩︎

  4. Of: overtredingen, vgl. 6 en 11.↩︎

  5. Als hendiadys.↩︎

  6. generatie > lot, bestemming, vgl. TWAT s.v.↩︎

  7. Emendatie > ‘osej ra’, parallel aan en assonerend met resja’im; MT ‘rijken’, vgl. versiones.↩︎

  8. Of: begraafplaats.↩︎

  9. Emendatie: ‘emet sim. Subject kan Knecht of JHWH zijn.↩︎

  10. Zo ingevoegd door Q, vgl. LXX.↩︎

  11. Of: kennis van hem = JHWH; TOB en Chouraqui: aan hoe hij gekend wordt, nl. zoals in de volgende zin.↩︎

  12. Bij Buber object.↩︎

  13. Zo bv. Qumran; Mass.: overtreders.↩︎

Scroll naar boven