Lucas 1,1-25

 


1
Nadat1 velen het ter hand genomen hebben2
om een verhaal samen te stellen3
over de gebeurtenissen die zijn voldragen4 onder ons
2
(zoals zij ons hebben overgeleverd
die vanaf het begin ooggetuigen waren
— zij die ook dienaren van het woord5 geworden zijn),
3
leek het ook mij goed toe
(toen ik alles van voren af aan6 nauwkeurig had nageplozen)
om dat achtereenvolgens7 op te schrijven voor u,
hoogedele Theofilos,
4
zodat u de betrouwbaarheid onderkent8
van de woorden9 waarin u bent onderwezen.
 
5
Het geschiedde10 in de dagen van Herodes, de koning van Judea:
er was een zekere11 priester met de naam Zacharias, uit de dagafdeling van Abia
en zijn vrouw was uit de dochters12 van Aäron
en haar naam was Elisabet.
6
Zij waren allebei rechtvaardigen voor God13 :
ze gingen14 in alle geboden en rechtsregels15 van JHWH, onberispelijk.
7
Ze hadden geen kind16,
omdat Elisabet onvruchtbaar was,
en ze waren allebei al ver gekomen17 in hun dagen18 .
8
Het geschiedde19,
terwijl hij zijn priesterdienst deed
in de beurt van zijn dagafdeling, voor God20 :
9
volgens de gewoonte van het priesterschap
viel het hem toe21 om het wierookoffer te brengen
en daarbij binnen te gaan22 in de tempel van JHWH.
10
Heel de menigte van het volk was buiten aan het bidden
op het uur23 van het wierookoffer.
11
Toen24 liet zich aan hem zien een engel van JHWH,
staande aan de rechterkant van het wierookaltaar.
12
Zacharias was geschokt toen hij dat zag
en vrees viel op hem.
13
Maar de engel zei tegen hem:
Vrees25 niet, Zacharias,
want verhoord is jouw gebed:
je vrouw Elisabet zal je een zoon voortbrengen
en je zult als zijn naam uitroepen ‘Johannes’.
14
Er zal26 blijdschap zijn voor jou en gejuich
en velen zullen blij worden over zijn geboorte,
15
Want27 hij zal groot zijn voor het gezicht van JHWH,
‘nee, wijn en sterke drank zal hij niet drinken’28,
vol zal hij worden van heilige geest
nog vanaf de schoot van zijn moeder.
16
Velen van Israels zonen-en-dochters29 zal hij doen omkeren30
naar JHWH hun God.
17
Zelf31 zal hij voorgaan voor Zijn gezicht uit
in de geest en de kracht van Elia
‘om de harten32 van vaders om te keren33 naar kinderen’34,
ongehoorzamen35 naar36 de gezindheid van rechtvaardigen.
om voor JHWH gereed te maken een weltoegerust volk.
18
Zacharias zei tegen de engel:
‘Waaraan zal ik dit weten?’ [Gen. 15, 8]37
Want ik ben oud
en mijn vrouw is al ver gekomen in haar dagen.
19
Ten antwoord zei de engel tegen hem:
Ik ben Gabriël,
die staat voor het aangezicht van God,
ik ben uitgezonden om tot jou te spreken
en je dit goede bericht te brengen.
20
Ziedaar, je zult zwijgende zijn38, niet kunnen spreken,
tot de dag dat dit geschiedt’
hierom: omdat je niet vertrouwde op mijn woorden
die vervuld zullen worden op hun tijd39 .
21
Het volk40 was in afwachting van Zacharias
en ze waren er verbaasd over41 dat hij zo lang in de tempel bleef.
22
Maar toen hij naar buiten kwam
was hij niet bij machte tot hen te spreken,
toen begrepen zij
dat hij een visioen gezien had in de tempel.
Zelf was hij aan het gebaren naar hen,
hij bleef stom42 .
23
En het geschiedde
toen de dagen van zijn dienst43 vervuld44 waren:
hij ging weg naar zijn huis.
24
Na die dagen45 heeft Elisabet, zijn vrouw, ontvangen46
en ze hield zich vijf maanden verborgen47,
ze zei:
25
Zo heeft JHWH aan mij gedaan
in de dagen dat hij omzag naar mij,
door weg te nemen mijn smaad bij de mensen.
 

Noten

  1. de WV knipt deze lange zin in 2-en; er is wel wat voor het plechtige ‘nademaal’ (SV) te zeggen, is me toch te archaïsch↩︎

  2. zo SV, Hemelsoet/Monshouwer en NB↩︎

  3. NBV vertaalt vlak ‘schrijven’↩︎

  4. zo Hemelsoet/Monshouwer↩︎

  5. de NBV geeft ‘woord’ een hoofdletter, is wat voor te zeggen↩︎

  6. zo WV en Murre↩︎

  7. zo Murre↩︎

  8. NBV vertaalt ‘om u te overtuigen’,↩︎

  9. WV vertaalt helaas ‘berichten’, NBV ‘zaken’↩︎

  10. gewoontegetrouw in de NBV (en WV) verdwenen in heel dit bijbelgedeelte↩︎

  11. zo SV↩︎

  12. verdwenen in NBV↩︎

  13. in de NBV zijn ze ‘vrome en gelovige mensen’ geworden!’, wel een erg grote aanpassing aan ons religieus levensgevoel… Of: zij behoorden tot de Rechtvaardigen (suggestie van Peter Crom en Jaap Goorhuis)↩︎

  14. ‘gaan’ is weg in WV↩︎

  15. deze vertaling maakt de verbinding met de typering ‘rechtvaardigen’ zichtbaar; SV heeft ‘rechten’. NB ‘gerechtigheden’↩︎

  16. WV en NBV ‘kinderen’; Hemelsoet en Monshouwer benadrukken de associatie met Abraham en Sarah↩︎

  17. zo SV↩︎

  18. de dagen zijn verdwenen in WV en NBV↩︎

  19. WV: ‘eens’…↩︎

  20. ‘voor God’ weggelaten in NBV↩︎

  21. of: ’treft hij het’ (Hemelsoet/Monshouwer)↩︎

  22. het binnengaan is verdwenen in de NBV↩︎

  23. verdwenen in WV en NBV↩︎

  24. NBV ‘Opeens’↩︎

  25. WV,’schrik’↩︎

  26. Hemelsoet/Monshouwer, WV en NB vertalen: ‘Hij zal’↩︎

  27. mist in NBV↩︎

  28. noot Num. 6,3↩︎

  29. NBV,’volk’↩︎

  30. NBV heeft vlak ‘brengen’↩︎

  31. NBV ‘Als bode’↩︎

  32. weggevallen in NBV↩︎

  33. NBV legt uit met woord ‘verzoenen’↩︎

  34. noot Mal. 3,23, Mal. 4,6↩︎

  35. NBV ‘zondaars’↩︎

  36. eig. ‘in’↩︎

  37. de NBV voegt eigenzinnig toe ‘dat dit waar is’; WV ‘Hoe kan ik daar zeker van zijn?’↩︎

  38. het participium met een vorm van ‘zijn’ erbij is opvallend, dus laten horen↩︎

  39. ‘als het hun tijd is’, NB↩︎

  40. de NBV verwart dit met ‘menigte’↩︎

  41. NBV ‘vroegen zich af’↩︎

  42. NBV ‘maar spreken kon hij niet’↩︎

  43. zo ook NB↩︎

  44. NBV vlak ‘voorbij’↩︎

  45. de dagen zijn weer weg in NBV en WV: ‘korte tijd later’ en ‘niet lang daarna’↩︎

  46. zo lett. verder alleen NB en Oosterhuis / vHeusden↩︎

  47. de NBV vertaalt een andere tekst: ‘leefde in afzondering’↩︎

Scroll naar boven