Lucas 14,7-14

 


7
Hij sprak tot de genodigden een gelijkenis,
opmerkend hoe zij de voorste plaatsen1 uitkozen,
zeggend tot hen:
8
Wanneer je door iemand op een bruiloft wordt genodigd,
ga dan niet aanliggen2 op de voorste plaats
opdat er niet iemand, voornamer dan jij,
door hem is uitgenodigd;
9
en hij die ook jou heeft genodigd komt
en tot je zegt:
geef aan deze man die plaats,
en jij dan moet beginnen, in schaamte,
de laatste plaats in te nemen.
10
Maar wanneer je uitgenodigd bent,
ga dan, als je erheen gaat,
aanliggen op de laatste plaats,
opdat hij die je genodigd heeft, wanneer hij komt,
tot jou zal zeggen:
vriend, kom naar voren, hogerop!
Dat zal voor jou een eer zijn
voor het aangezicht van allen
die met jou aanliggen.
11
Want al wie zichzelf verhoogt
zal worden vernederd
en wie zichzelf vernedert
zal worden verhoogd.
12
Hij zei ook tot wie hem had uitgenodigd:
wanneer je een middag– of avondmaaltijd geeft
nodig dan niet je vrienden of je broers,
en niet je verwanten of je rijke buren,
omdat zij je op hun beurt zouden uitnodigen
en je zou teruggave3 ontvangen.
13
Maar wanneer je een gastmaal geeft,
nodig dan armen, gehandicapten,
lammen, blinden;
14
en gelukzalig zul je zijn,
omdat zij niets hebben om je terug te geven,
want het zal je teruggegeven worden
bij de opstanding der rechtvaardigen.
 

Noten

  1. aangezien het hier gaat om plaatsen aan de maaltijd, waar werd ‘aangelegen’, lijkt het mij beter om niet te spreken van ‘zitplaatsen’↩︎

  2. zie noot 1↩︎

  3. lett. ‘vergelding’, maar klinkt hier te negatief; zie ook vs. 14, waar hetzelfde woord wordt gebruikt↩︎

Scroll naar boven