Johannes 10,1-10

 


Jezus als deur naar het leven in volheid

1
Voorwaar, voorwaar, ik zeg jullie:
wie niet door de deur de schaapskooi binnen gaat
maar op een andere manier naar binnen klimt
hij is een dief en een bandiet1 .
2
Wie door de deur binnengaat
is de herder van de schapen.
3
Voor hem doet de deurwachter2 open
en de schapen luisteren naar zijn stem;
hij roept zijn eigen schapen bij hun naam
en leidt ze naar buiten.
4
Wanneer hij zijn eigen (schapen) alle naar buiten gebracht heeft
gaat hij voor ze uit
en de schapen volgen hem
want zij kennen zijn stem.
5
Een vreemde zullen zij zeker niet volgen
maar ze zullen van hem weg vluchten
want van vreemden kennen zij de stem niet.
6
Deze raadselachtige woorden sprak Jezus tot hen
en zij begrepen niet wat het was dat hij tot hen uitsprak.
 
7
Dus zei Jezus weer:
Voorwaar, voorwaar, ik zeg jullie:
ik ben de deur voor de schapen.
8
Allen die (voor mij) kwamen zijn dieven en bandieten
maar de schapen luisterden niet naar hen.
9
Ik ben de deur.
Als iemand door mij binnen gaat3 zal hij gered worden
en naar binnen en naar buiten gaan
en weide vinden.
10
De dief komt alleen maar om te stelen
te slachten en te vernietigen.
Ik ben gekomen opdat zij leven hebben en dat in overvloed.
 

Noten

  1. Vgl. R.E.Brown, The Gospel according to John I-XII (1983), p.385: “Because some think that vs. 8 refers to messianic revolutionaries, the translation ‘bandit’ seems the most comprehensive.”↩︎

  2. Hoewel ‘bewaker’ (NBV) zeker niet onjuist is, prefereer ik een vertaling, waarin — evenals in het Grieks — de stam ‘deur’ te horen is.↩︎

  3. Zelfde w.w. als in vs. 1 (dus liever niet ‘binnengaan’ vs.1 en ‘binnenkomen’ vs.9)↩︎

Scroll naar boven