Jesaja 40,1-11

 


Troost, troost mijn volk

1
Troost, troost mijn volk
— zegt jullie God —
2
spreek tot het hart van Jeruzalem
en roep tot haar
dat ze haar diensttijd heeft volbracht
dat haar schuld is geboet
dat ze uit de hand van JHWH heeft ontvangen
dubbele vergelding voor al haar zonden.
3
Hoor wie daar roept:
Maak in de woestijn een weg vrij voor JHWH
effen in de steppe een baan voor onze God.
4
Ieder dal moet zich verheffen
iedere berg of heuvel moet zich vernederen
wat hobbelig is moet vlak worden
wat vol glooiingen is, een vallei.
5
Openbaren zal zich de heerlijkheid van JHWH
en alle vlees tezamen zal het zien
want de mond van JHWH heeft het gesproken.
 
6
Hoor wie daar zegt: Roep!
Dan zegt iemand: Wat zal ik roepen?
Alle vlees is gras
en al zijn innemendheid als een veldbloem.
7
Het gras is verdord
de bloem is verwelkt
want de adem van JHWH heeft daarover gewaaid.
— Zeker, gras, dat is het volk.
8
Het gras is verdord
de bloem is verwelkt
maar het woord van onze God
houdt voor altijd stand.
 
9
Jij, beklim een hoge berg
vreugdebode Sion!
Verhef je stem met kracht
vreugdeboodschapster Jeruzalem!
Verhef die, vrees niet
zeg tot de steden van Juda:
Daar is jullie God!
10
Zie, daar komt mijn here JHWH in sterkte
Zijn arm, die heerst!
Zie, hij heeft zijn loon bij zich
zijn resultaat gaat voor hem uit:
11
als een herder weidt hij zijn kudde
de lammeren houdt hij in zijn arm
hij draagt ze aan zijn boezem
de zogende schapen begeleidt hij.
Scroll naar boven