aanmelden
Schriftlezing
website van de Dirk Monshouwer Stichting
H | 1e na Trinitatis | Leesrooster | M | Contact
Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
d Bijbelvertalingen
Gesorteerd op:
Bijbels
d Exegeses
Gesorteerd op:
Bijbels
Nieuws
d Links
Hoe kan ik ...
4e zondag van Epifanie, 31 januari 2010
Exodus 1
Vertaling
1Dit zijn de namen van de zonen1 van Israël
die naar Egypte zijn gekomen;
met Jakob mee kwamen ze, ieder met zijn huis[gemeenschap]:2
2Ruben, Simeon, Levi en Juda,
3Issakar, Zebulon en Bejamin,
4Dan en Naftali, Gad en Aser.
5Alle zielen die uit de heup3 van Jakob voortkwamen
dat waren zeventig zielen,
met Jozef mee, die al in Egypte was.

6Jozef stierf en al zijn broeders, die hele generatie.
7De kinderen van Israël waren vruchtbaar4 *,
ze wemelden, ze werden talrijk,
ze werden sterk, ja zeer [sterk].
Het land raakte vol van hen.

8Er stond een nieuwe koning op over Egypte,
die Jozef niet gekend had.
9Hij zei tegen zijn volk:
Zie, het volk van de kinderen van Israël
is ons te talrijk en te sterk.
10Kom op, laten we wijs met ze5 omgaan
anders worden ze nog talrijker
en dan zou het kunnen gebeuren,
als er oorlog uitbreekt,
dat het zich ook nog eens voegt bij hen die ons haten
en oorlog tegen ons voert
en óp gaat, het land uit!
11Ze stelden dwangopzichters over hen aan
om hen met hun lasten te vernederen.
Ze moesten voorraadsteden voor Farao6 bouwen,
Pitom en Raämses,
12maar naar mate ze hen vernederden,
zo werden ze talrijker
en zo braken ze uit in menigte.7
Ze gruwden van de kinderen van Israël.
13De Egyptenaren maakten de kinderen van Israël tot slaven
met bruutheid.8
14Ze verbitterden hun leven met harde slavendienst
met leem en tichels
en met allerlei slavendienst op het veld:
al hun slavendienst waarmee ze hen in slavernij9 hielden
was met bruutheid.

15De koning van Egypte zei tegen de vroedvrouwen
voor de hebreeuwse vrouwen
— de naam van de éne was Sifra,
de naam van de andere Pua —
16hij zei:
Als je de hebreeuwse vrouwen helpt baren,
kijk dan of je de twee balletjes10 ziet.
Is het een zoon, dood hem dan.
Is het een dochter, laat haar dan leven.
17Maar de vroedvrouwen waren godvrezend.
Ze deden niet zoals de koning van Egypte tot hen had gesproken.
Ze lieten de kinderen leven.

18De koning van Egypte riep de vroedvrouwen.
Hij zei tegen hen:
Waarom doen jullie dit
en laat je de kinderen leven?
19De vroedvrouwen zeiden tegen Farao;
Nee, ze zijn niet als de Egyptische vrouwen, die Hebreeuwse.
Ze zijn vitaal.
Voordat de vroedvrouw bij hen komt,
hebben ze al gebaard!
20God deed wel aan de vroedvrouwen
en het volk werd talrijk en zeer sterk.
21Het geschiedde
omdat de vroedvrouwen godvrezend waren
— hij [God] maakte dat zij tot huisgemeenschappen werden —
22dat Farao zijn hele volk gebood:
Iedere zoon die geboren wordt,
werp die in de Stroom,
maar iedere dochter, laat die leven.
Noten
1Hier niet zoals elders: kinderen van Israël. Het gaat speciaal om de twaalf zonen. En die hebben toekomst door de twaalf dochters die in het verhaal gaan optreden.
2Vgl. Gen. 46.
3heup = natuulijke potentie; vgl. Gen 32:22-32.
4Vgl. de verba in Gen. 1.
5In het Hebreeuws singularis: het volk.
6Niet als functie maar als eigennaam.
7Vgl. Gen. 28:14.
8Alleen nog in Lev. 25:43 vv en Ez. 34:4.
9Vijfmaal radix עָבְד.
10'Dubbelsteens baarstoel' is onwaarschijnlijk.
Afdrukken | vertaling door kad | bij 4e zondag van Epifanie
Laatste wijziging 6 Oct 2017 11:41:33
Reacties: nog geen reactie. Gebruik, als u bent ingelogd, b om te reageren.
Exegeses: Ex. 1 [Commentaar] Sifra en Pua

4e zondag van Epifanie - groen
Geen afbeelding opgegeven.

Overige teksten:

Jer. 1,4-10 [OT]
Ex. 1 [OT-alt]
Luc. 4,21-30 [Evangelie]

Deze site heeft 233 leden, waarvan 2 online; Bezoekers : vandaag: 974; Colofon