6e zondag van de zomer, 26 juli 2009
Marcus 6,45-56
Vertraging
Inleiding
Ook het apostolaat naar de heidenen moet nu ´voortvarend´ aangevat worden. Daartoe stuurt Jezus zijn leerlingen naar de overkant van Bethsaida (huis van de vangst) Dit is geen kleingheid en wordt door tal van krachten, uiterlijk (tegenwind) en innerlijk (angst) vertraagd. Bovendien, als dan de koers noodgedwongen is verlegd, blijkt er toch herkenning uit de patria te komen. De kwasten van Jezus´ kleed bieden redding aan Israel dat neerligt in het stof.
Vertaling
45En dadelijk dwong hij zijn leerlingen
aan boord in het schip te gaan
en vooruit te varen naar Bethsaiïda aan de overkant,
terwijl hij de menigte laat gaan.
46En nadat hij afscheid van hen had genomen,
ging hij de berg op om te aanbidden.
47En toen het al laat geworden was,
was het schip midden op de zee,
en hijzelf alleen aan land.
48En als hij ziet
hoe zij zich aftobben onder het varen,
— want ze hadden de wind tegen — ,
komt hij rond de vierde nachtwake naar hen toe,
wandelend op de zee.
En hij wilde hen voorbijgaan.
49Maar toen ze hem zagen,
wandelend op de zee,
meenden ze: het is een spook!.
en zij schreeuwden het uit.
50Want allen zagen hem
en waren verward.
Maar dadelijk sprak hij met hen,
en zegt hij tot hen:
Houd moed, ik ben het,
vrees niet!
51En hij steeg aan boord in het schip
en de wind bedaarde
en zij waren uitermate zeer ontsteld in zichzelf,
52want bij de broden waren ze niet tot inzicht gekomen,
maar hun hart was verhard geweest.
53En toen ze overgestoken waren
kwamen ze in Genesareth aan land
en zij gingen er voor anker.
54En toen zij uit het schip gegaan waren,
55herkenden ze hem dadelijk.
en liepen ze die gehele streek rond
en begonnen hen, die er slecht aan toe waren
op draagbedden rond te dragen
waar ze hoorden, dat hij is.
56En waar hij ook naar toe reisde,
in dorpen, steden of het platteland,
ze legden er de zieken op de markt.
en zij smeekten hem,
om maar de kwast van zijn kleed te mogen aanraken.
En degenen die hem aanraakten werden gered.
|