5e zondag van de zomer, 19 juli 2009
Marcus 6,30-44
voltooide pastorale
Inleiding
Ondanks de liquidatie van Johannes de Doper door Herodes (6:14-29) gaat de uizending van het evangelie voort en komt zelfs tot voltooiing. Jezus ontfermt zich over de kudde, die dwaalt als schapen zonder herder. In de woestijn wordt brood gebroken en dat maakt het tot een feestmaal in het groene gras. Ook blijft er een twaalfvoudige volheid over om vanuit Israel naar de wereld te dragen. Deze voltooiing van het apostolaat is dus nog maar een voorlopige.
Vertaling
30Dan komen de uitgezondenen (weer) samen bij Jezus.
En zij brachten hem bericht over alles,
zowel wat zij gedaan, als wat zij geleerd hadden.
31Hij zegt tot hen:
Komen jullie afzonderlijk toch mee naar een eenzame plek
om enigszins tot rust te komen.
Want het was een komen en gaan
van velen die daar waren.
En ze hadden zelfs geen gelegenheid om te eten.
32Per schip vertrokken ze naar een eenzame, afgezonderde plaats.
33Omdat zij hen zagen heengaan, beseften velen (het)
en te voet liepen ze uit alle steden daarheen
en kwamen er vóór hen.
34Toen hij uitstapte zag hij een grote menigte
en hij werd met erbarmen over hen bewogen,
want zij waren als schapen, die geen herder hebben.
En hij begon hun veel te leren.
35Toen het al laat geworden was,
kwamen zijn leerlingen naar hem toe en zeiden:
Het is hier een woeste, eenzame plaats en het is al laat;
36laat hen toch heengaan,
dat zij in de velden en de dorpen van de omtrek
hun eigen inkopen doen om iets te kunnen eten.
37Maar Jezus antwoordde en zei tot hen:
Geven jullie hun te eten
Zij zeggen hem:
Zullen wij er dan op uitgaan
om voor tweehonderd denariën brood te kopen,
zodat we hun te eten zullen geven?
38Maar hij zegt hun:
Hoeveel broden hebben jullie?
Ga dat bezien!
En dat wetende zeggen ze:
Vijf en twee vissen.
39Hij gebood hun allen zich neer te leggen
voor een feestmaal, ja een feestmaal in het groene gras. .
40En zij gingen zitten in groepen van honderd en vijftig.
41Hij nam dan de vijf broden en de twee vissen,
en opziende naar de hemel, dankte hij en brak de broden
en gaf ze aan zijn leerlingen om ze hun voor te zetten
en de twee vissen verdeelde hij over allen.
42Zij aten allen en werden verzadigd.
43Aan brokken raapten ze
een volheid van twaalf draagmanden op,
ook van de vissen.
44En die van de broden gegeten hadden waren vijfduizend man.
|