Vijfde zondag van de herfst, 19 oktober 2008
Genesis 40
Vertaling
1Het gebeurde na deze dingen
dat de schenker van de koning van Egypte en de bakker
zondigden tegen hun heer, tegen de koning van Egypte.
2Farao werd toornig op zijn twee hovelingen
op de overste van de schenkers
en op de overste van de bakkers.
3Hij stelde hen in verzekerde bewaring
ten huize van de overste van de paleiswacht
in het huis van bewaring
de plaats waar Jozef gevangen zat.
4De overste van de paleiswacht stelde Jozef bij hen aan
hij mocht hen bedienen.
En dagenlang bleven zij in bewaring.
5Beiden droomden zij een droom
ieder zijn droom, in één [en de zelfde] nacht
ieders droom apart te uit te leggen
de schenker en de bakker van de koning van Egypte
die gevangen zaten in het huis van bewaring.
6Toen Jozef vroeg in de morgen bij hen kwam
zag hij hen
en zie, zij waren bedrukt.
7Hij vroeg aan de hovelingen van Farao
die zich samen met hem in bewaring bevonden in het huis van zijn heer:
Waarom staat jullie gezicht zo somber vandaag?
8Zij zeiden tot hem:
Een droom hebben we gedroomd
maar er is niemand die hem kan uitleggen.
Jozef zei tot hen:
Is het uitleggen niet Gods zaak?
Vertel het mij maar!
9De overste van de schenkers vertelde zijn droom aan Jozef.
Hij zei tot hem:
In míjn droom:
daar staat een wijnstok vóór mij
10en aan de wijnstok zitten drie ranken
en hij loopt nog niet uit of zijn bloesem verschijnt
en de druiven rijpen aan zijn trossen.
11De beker van Farao is in mijn hand
ik neem de druiven
ik pers ze uit in de beker van Farao
en ik geef Farao de beker in de hand.
12Jozef zei tot hem:
Dit is de uitleg ervan:
drie ranken? Dat zijn drie dagen!
13Nog drie dagen, dan zal Farao je hoofd opheffen
hij zal je doen terugkeren op je post.
Je zult de beker van Farao in zijn hand geven
zoals het vroeger ging
toen jij zijn schenker was.
14Alleen dit: Jij moet aan mij denken wanneer het je goed gaat!
Wees solidair met mij
En breng mij in gedachtenis bij Farao
en zorg ervoor dat ik er uitkom, uit dit huis.
15Want gestolen, dat hebben ze me, uit het land van de Hebreeën
en ook heb ik hier echt niets gedaan
waarvoor ze me in deze put moesten stoppen.
16De overste van de bakkers zag dat de uitleg goed uitviel.
Hij zei tot Jozef:
En nu ik! In mijn droom:
daar zijn drie korven wittebrood op mijn hoofd
17en in de bovenste korf allerlei etenswaren voor Farao, bakkersvakwerk
maar het gevogelte vreet het uit de korf op mijn hoofd af.
18Jozef antwoordde en zei:
Dit is de uitleg ervan:
Drie korven? Dat zijn drie dagen.
19Nog drie dagen, dan zal Farao je hoofd oprheffen, van je af
hij zal je aan een paal ophangen
en het gevogelte zal je vlees weg vreten, van je af.
20Het gebeurde op de derde dag
de geboortedag van Farao
dat hij een drinkgelag aanrichtte voor al zijn knechten.
En hij verhief het hoofd van de overste van de schenkers
en het hoofd van de overste van de bakkers, te midden van zijn knechten:
21hij deed de overste van de schenkers terugkeren in zijn schenkambt
en deze gaf Farao de beker weer in de hand.
22De overste van de bakkers hing hij op
zoals Jozef hun had uitgelegd.
23Maar de overste van de schenkers dacht niet aan Jozef
hij vergat hem.
Vijfde zondag van de herfst - groenGeen afbeelding opgegeven. Overige teksten: Mat. 22,15-22 [Evangelie] Gen. 40 [OT-alt]
|