Vijfde zondag van de zomer, 20 juli 2008
Matteüs 13,24-30
Andere gelijkenissen
Vertaling
24Een andere gelijkenis legde hij hen voor:
het koninkrijk van de hemelen is te vergelijken
met een mens die goed zaad op z'n akker zaait.1
25Als de mensen slapen komt zijn vijand,
zaait dolkruid2 midden tussen de tarwe en gaat weg.
26Wanneer de halmen zijn uitgelopen en vrucht zetten,
dan komt ook het dolkruid tevoorschijn.
27De knechten van de huisheer komen hem zeggen:
Heer, u had toch goed zaad op uw akker gezaaid?
Vanwaar nu dat dolkruid?
28Zegt hij tot hen:
Een vijandig mens heeft dat gedaan.
De knechten zeggen tot hem:
Wilt u dat we het gaan verzamelen?
29Hij zegt:
Doe maar niet;
anders zouden jullie, als je het dolkruid verzamelt
ook tegelijk daarmee de tarwe kunnen ontwortelen.
30Laat ze allebei maar meer worden tot de oogst
en op het moment van de oogst zal ik de maaiers zeggen:
verzamel eerst het dolkruid
en bind het bijeen om het te verbranden,
maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur.
Noten
1 | verteltrant: ik kies in een vertelling voor weergave in de tegenwoordige tijd | 2 | dolkruid of dolik: een raaigras dat bedwelmende werking zou hebben; sinds 1949 verdwenen uit Nederland. Met name tussen de tarwe een zeer onwelkom onkruid (neemt veel voedsel weg). Bepaalde varianten kunnen ook giftige zaden produceren. |
|