Derde zondag na Trinitatis, 8 juni 2008
Jesaja 57,14-21
Vertaling
14Hij [JHWH] zegt:
Hoog1 op, hoog op, bereid de weg!
Ruim, wat laat struikelen, op van de weg van mijn volk.
15Want zo zegt de Hoge en Verhevene
die woont voor immer, Heilige is zijn naam:
In de hoogte in het heilige woon ik
en bij de verbrijzelde en de gekleineerde van geest
om te doen opleven de geest van de gekleineerden
om te doen opleven het hart van de verbrijzelden.
16Waarlijk, niet voor eeuwig wil ik twisten
niet voortdurend wil ik toornig zijn;
de geest is immers voor mijn aangezicht zwak2
de levensadem die ik zelf heb gemaakt.
17Om de ongerechtigheid van zijn winstbejag was ik toornig
mij verbergend sloeg ik het [volk], in toorn:
het ging, zich afkerend, de weg van zijn eigen hartskeuze.
18Zijn wegen heb ik gezien
maar ik wil het genezen
ik wil het geleiden
en tot vrede3 brengen met vertroosting.
19Voor de treurenden onder hen schep ik de [lofzang]vrucht4 der lippen,
Vrede, vrede voor wie dichtbij en voor wie ver weg is5
— zegt JHWH — zo genees ik het [volk].
20Maar de boosdoeners zijn als de woelige zee
als die meer niet kalm kan worden.
Zijn wateren woelen slijk en modder op.
21Geen vrede — zegt mijn God — voor de boosdoeners.
Noten
1 | Vgl. in het vervolg de verschillende woorden voor hoog en laag | 2 | NBG '51 syntactisch onwaarschijn-lijk; NBV emendatie of onjuist | 3 | Sj-l-m Hif. Hier niet 'vergelden' maar positief 'tot voltooiing brengen'. Zo vertaald ivm sjalom in het vervolg | 4 | K nwb, Q nyb. Hierover veel discussie; voorstel oa nyb 'vloeiend spreken' ; 'der lippen' vgl. Hos. 14: 3. (Zie: Rosenstock— Huessy, Die Sprache des Menschengeschlechts II 'Die Frucht der Lippen' pp. 797 vv.) | 5 | Merisme |
|