Advent 1, 1 december 2002
Marcus 13,24-37
Vertaling
24Maar in die dagen na die verdrukking zal de zon verduisterd worden
en de maan zal haar schijnsel niet meer geven.
25en de sterren zullen er zijn om uit de hemel te vallen,
en de mogendheden die in de hemelen zijn zullen geschokt worden.
26En dan zullen zij zien de zoon van de mens,
komend in de wolken met veel mogendheid en heerlijkheid.
27En dan zendt hij de boden af
en vergaart de uitgelezenen bijeen uit de vier windstreken
van het uitertste der aarde tot het uiterste des hemels.
28Maar van de vijgenboom leert gij de gelijkenis:
Wanneer haar tak reeds week wordt en de bladeren uitspruiten
weet gij dat de zomer nabij is.
29Alzo ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden,
weet gij dat hij nabij is bij de toegangsdeur.
30Amen: ik zeg jullie dat dit geslacht toch niet voorbij gaat
totdat dit alles geschiedt.
31De hemel en de aarde zullen voorbijgaan
maar mijn woorden zullen nimmer voorbijgaan.
32Maar omtrent die dag of het uur weet niemand,
zelfs de boden in de hemel niet,
noch de zoon, slechts de Vader.
33toe, blijft wakker!
Want gij weet niet wanneer de bepaalde tijd is.
34Zoals een mens die afwezig is
en zijn huis verlaten heeft
en die aan zijn dienstknechten de volmacht heeft gegeven,
heeft hij aan ieder zijn werk opgedragen
en aan de deurwachter dat hij zal waken.
35Waakt dus!
Want gij weet niet wanneer de heer van het huis komt:
laat of te middernacht, bij het hanengekraai of vroeg,
36opdat hij niet plotseling komt en jullie slapend vindt.
37Maar jullie allen zeg ik, ik zeg: waakt!
Advent 1 - paarsGeen afbeelding opgegeven. Overige teksten: Mar. 13,24-37 [Evangelie]
|