Eerste zondag van de Veertig dagen, 13 maart 2011
Matteüs 4,1-11
Vertaling
1Toen werd Jezus door de geest naar de woestijn gevoerd
om door de duivel te worden beproefd1
2en na veertig dagen en veertig nachten gevast te hebben,
kreeg hij uiteindelijk honger.
3De beproever komt en zegt tot hem:
Als je zoon bent van God,
zeg dan dat deze stenen broden worden.
4Maar hij zegt in antwoord:
Er staat geschreven:
niet op brood alleen zal de mens leven
maar op alles2 wat naar buiten gaat
door de mond van God
5Dan neemt de duivel hem mee naar de heilige stad,
zet hem op de dakrand van de tempel
6en zegt tot hem;
Als je zoon bent van God,
werp jezelf dan naar beneden;
want er staat geschreven:
zijn engelen zal hij aangaande jou opdracht geven
en op handen zullen ze je dragen
opdat je je voet niet aan een steen zult stoten.
7Jezus zegt tot hem:
Weer staat er geschreven:
je zult de Heer je God niet uitproberen.3
8Weer neemt de duivel hem mee, naar een zeer hoge berg,
en toont hem alle koninkrijken van de wereld en hun glorie
9en zegt tot hem:
Dit alles zal ik je geven
als je neervalt en mij aanbidt.
10Dan zegt Jezus tot hem:
Ga weg, satan!
Want er staat geschreven:
de Heer je God zul je aanbidden
en hem alleen zul je dienen.
11Toen liet de duivel hem los
en zie: engelen kwamen en dienden hem.
Noten
1 | op de proef stellen, testen, proberen | 2 | alles: elk woord, elk ding, kol dabar | 3 | beproeven, proef, proberen: zelfde woordstam; hier: uitproberen |
Eerste zondag van de Veertig dagen - paarsGeen afbeelding opgegeven. Overige teksten: Mat. 4,1-11 [Evangelie] Gen. 3,1-9 [OT]
|