12e van de Zomer, 10 september 2023
Matteüs 18,1-20
Vertaling
1Opdat ogenblik kwamen de leerlingen tot Jezus en zeggen:
Wie is eigenlijk de grootste in het Koninkrijk der hemelen?
2En nadat hij een jongetje tot zich geroepen had,
zette hij dat in hun midden
3en hij zei:
Amen, ik zeg jullie,
als jullie je niet omkeren en wórden als kinderen,
zal je het Koninkrijk der hemelen zeker niet binnengaan.
4Ieder dus die zichzelf nederig maakt als dit jongetje,
die zal de grootste zijn in het koninkrijk der hemelen.
5En wie één zo’n kind ontvangt in mijn naam,
die ontvangt mij.
6Maar wie één van deze kleinen
die op mij vertrouwen,
tot een verhindering wordt,
voor zo iemand is het gepast,
dat hem een molen(ezel)steen om de nek gehangen wordt,
en hij in de diepte van de zee verzinkt.
7Wee, de wereld vanwege de verhinderingen.
want onvermijdelijk komen er verhinderingen,
alleen, wee de mens door wie de verhindering komt.
8Als jouw hand of voet je hindert,
hak die af en werp die van je af!
Want het is beter voor jou tot het leven in te gaan,
terwijl je krom of kreupel bent,
dan met twee handen en voeten
in het eeuwige vuur geworpen te worden.
9En als je oog je hindert,
haal het eruit en werp het van je af!
Want het is beter voor jou met één oog het leven in te gaan,
dan met twee ogen,
in het hellevuur geworpen te zijn.
10Pas op, dat je niet één van deze kleinen veracht,
want ik zeg jullie,
dat hún engelen in de hemelen
voortdurend het aangezicht van míjn Vader in de hemelen zien.
12Wat vinden jullie (ervan):
als het iemand gebeurt,
dat hij honderd schapen heeft
en één van hen raakt verdwaald,
zal hij de negenennegentig niet achterlaten in de bergen
om het verdwaalde te gaan zoeken?
13En als het gebeurt,
dat hij het vindt,
amen, ik zeg jullie,
dat hij zich over déze meer verheugt,
dan over de negenennegentig niet verdwaalden.
14Zo is het ook voor jullie Vader in de hemelen
zijn wil niet dat één van deze kleinen verloren zou gaan.
15Als je broeder zondigt, ga heen,
stel het aan de orde, tussen jou en hem alleen.
Als hij naar je luistert,
dan heb je je broeder gewonnen.
16Maar als hij niet naar je luistert,
neem er nog één of twee met je,
opdat bij monde van twee of drie getuigen elke uitspraak vast zal staan.
17Als hij echter ook naar hen niet luistert,
zeg het de gemeente,
en als hij naar de gemeente niet luistert,
zal hij voor jou zijn als de heiden en tollenaar.
18Amen, ik zeg jullie:
wat jullie binden op aarde,
zal in de hemel gebonden zijn,
en wat jullie ontbinden op aarde,
zal in de hemel ontbonden zijn.
19Opnieuw zeg ik jullie:
als twee van jullie op aarde overeenstemmen,
welke zaak het ook is,
waarom gebeden wordt (verlangen),
het zal hen door mijn Vader die in de hemelen is, gebeuren.
20Want waar twee of drie samengekomen zijn in mijn naam,
daar ben ik in hun midden.
|