aanmelden
Schriftlezing
website van de Dirk Monshouwer Stichting
H | Trinitatis | Leesrooster | M | Contact
Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
d Bijbelvertalingen
Gesorteerd op:
Bijbels
d Exegeses
Gesorteerd op:
Bijbels
Nieuws
d Links
Hoe kan ik ...
Palmarum, 2 april 2023
Matteüs 21,1-17
Inleiding
Palmpasen (zondag Palmarum) kende vanouds twee opeenvolgende vieringen: palmendienst en passiedienst. Beide worden tegenwoordig vaak ineengeschoven met de psalmendienst (in de vorm van een omgang rondom het kerkgebouw met voorop kinderen met palmpaasstokken) als voorbereiding op de passiedienst. Tussen palmendienst en passiedienst wisselt de kleur van rood naar paars.
Matteüs 21,1-11 is in jaar A het evangelie voor de palmendienst (bij de intrede); het evangelie voor de passiedienst in jaar A is Matteüs 26-27.
Het dubbele karakter van de zondag (palmen en passie) brengt Willem Barnard treffend tot uitdrukking in de liedregel: 'heden hosanna, morgen kruisig Hem!' (Liedboek 556: 5).
De vertaling van het evangelie voor de palmendienst is hier uitgebreid met het directe vervolg, waarin een echo van de hosannaroep klinkt en dat als opmaat tot het evangelie voor de passiedienst gehoord kan worden. In de pericoop in deze vorm is het contrast tussen 'hosanna' en 'kruisig hem' al scherp aanwezig.
Vertaling
1Toen ze Jeruzalem nabij kwamen
en kwamen bij Betfagé bij de Olijfberg,
op dat moment1 zond Jezus twee leerlingen (uit)
2en zei tot hen:
Trek naar het dorp tegenover je
en meteen zul je een vastgebonden ezelin vinden
met een veulen bij haar.2
Maak ze los
en breng ze mij.
3Wanneer iemand je er wat van zegt,
moet je zeggen:
De Heer3 heeft ze nodig;
dan zendt hij ze meteen.4
4Dit gebeurde om tot vervulling te brengen
wat door de profeet gezegd werd:
5Zeg tot de dochter van Sion:
zie, je koning komt tot je,
zachtmoedig
5 , geklommen op een ezelin
en op een veulen, het jong van een lastdier
.6

6De leerlingen trokken heen
en deden zoals Jezus hen had opgedragen.
7Ze brachten de ezelin en het veulen,
legden hun mantels over hen heen
en hij ging op hen zitten.
8De zeer grote menigte(n) spreidden hun mantels over de weg;
anderen sloegen takken van de bomen
en spreidden die over de weg.7
9De menigten die hem vooruitgingen en hem volgden, schreeuwden:
Hosanna voor de zoon van David.
Gezegend die komt in de naam van de Heer.
Hosanna
in de hoge.8

10Toen hij Jeruzalem binnenging,
beefde heel de stad9
en zei:
Wie is deze?
11De menigten zeiden:
Deze is de profeet,
Jezus van Nazaret in Galilea.10

12Jezus ging de tempel binnen
en wierp allen uit
die in de tempel kochten en verkochten.
De tafels van de geldwisselaars keerde hij om,
evenals de stoelen van de duivenverkopers.
13Hij zei tot hen:
Er staat geschreven:
Mijn huis zal een huis van gebed heten,
maar jullie maken het tot een rovershol.11

14Ook blinden en lammen12 kwamen bij hem in de tempel
en hij genas hen.
15De overpriesters en schriftgeleerden
zagen de wonderwerken13 die hij deed
en de kinderen die in de tempel schreeuwden:
Hosanna voor de zoon van David.14
Ze ergerden15 zich
16en zeiden tot hem:
Hoor je wat dezen zeggen?
Jezus zegt tot hen:
Ja, onderkenden16 jullie nooit:
Uit de mond van kleuters en zuigelingen
bereidde Gij u een lofzang?
17

17Hij liet hen achter
en ging weg,
de stad uit18 , naar Betanië
en overnachtte daar.
Noten
1Met οτε ... τοτε wordt het moment waarop Jezus messiaanse aanspraken laat gelden (21,3) nauwkeurig bepaald: zodra Jeruzalem in zicht komt, de stad waarheen Jezus met een ‘heilig moeten’ (16,21) al geruime tijd op weg is (16,21; 20,18).
2Het veulen bij de ezelin is een toevoeging van Matteüs: de andere synoptici hebben enkel het veulen (Mc 11,2; Lc 19,30). Ontging de auteur de explicatieve betekenis van de verbinding van ezelin en veulen in het citaat uit Zacharia 9,9 (cf Gn.49,11) in het vervolg van het verhaal (21,5) of past dit detail in de voorliefde van de auteur voor tweetallen: twee broers (4,18.21), bezetenen (8,28), blinden (9,27; 20,30)? Deze tweetallen lijken de functie te hebben van getuigen (conform de thora: Dt 17,6; 19,15; cf Mt 18,16), dus ter bekrachtiging van het verhaalde cf.18,16.20). Fysiek is het lastig voorstelbaar hoe Jezus op hen (ezelin èn veulen) gaat zitten (21,7), tenzij je voorstelt hoe Jezus op de ezelin zit en het veulen meedraaft.
3κυριος duidt basaal de eigenaar aan (Murre, Lexicon Nieuwe Testament): Jezus laat de dieren vorderen met koninklijk gezag.
4Het laatste colon van 21,3 roept in onderlinge samenhang twee vragen op: wie is het subject van de acte van zenden (Jezus of de ‘iemand’ die er wat van zegt) en maakt het wel of niet deel uit van de directe rede van het voorafgaande colon? Hoort het bij de directe rede, dan laat Jezus spoedige terugbezorging van de dieren toezeggen, maar het element ‘terug’ ontbreekt in het vocabulaire en ook verhaaltechnisch lijkt het logischer dat de aanvankelijke eigenaar de vordering gehoor zal geven door de dieren meteen mee te geven.
5πραυς is een voor dit evangelie karakteristieke term (cf 5,5 en 11,29): de intocht op een ezel contrasteert met een intocht te paard als militair veroveraar.
6Combinatiecitaat van Jesaja 62,11 (aanhef) en Zacharia 9,9.
7De enscenering van het profetische beeld (21,5) in het vervolg van het verhaal (21,7-8) roept herinnering op aan de inhuldiging van de koningen Salomo (op een muildier: 1Kn 1,33) en Jehu (spreiden van kledingstukken op de grond: 2Kn 9,13).
8Vrij citaat (met toevoegingen) van Psalm 118,25-26, waarbij het dubbele ‘hosanna’ (118,25) omgevormd is tot een inclusie. Deze roep (‘hosanna’) is van huis uit een bede: kom te hulp, kom bevrijden (2Sm 14,4; 2Kn 6,26). De psalm betuigt verwondering: juist de verworpene blijkt verkozen en geroepen tot koninklijke allure (118,22) – zie de invoeging ‘de zoon van David’ (1,1 cf 1,6 koning David en 22,42) die eerder bijna steeds verbonden is met de roep om erbarmen (9,27; 15,22; 20,30.31). Het schreeuwen (κραζειν) waarmee het citaat wordt ingeleid, is een motiefwoord in het boek (8,29; 9,27; 14,26.30; 15,22.23; 20,30.31; 21,9.15; 27,23.50).
9Het seismische beven is een toegevoegd apocalyptisch motief dat karakteristiek is voor Matteüs: met het verbum σειω (hier en 27,51; 28,4) of het substantivum σεισμοσ (8,24; 27,54; 28,2 cf 24,7); ‘heel de stad’ (πασα η πολις) roept herinnering op aan ‘heel Jeruzalem’ (πασα Ιεροσολυμα 2,3). De meteen daarop volgende vraag ‘wie is deze?’ (ook alleen bij Matteüs) wil kennelijk primair verstaan worden als uiting van ontzetting. De beving markeert het eschatologische, beslissende moment in het gebeuren, verbonden met het sterven (27,51.54) en opstaan (28,2.4) van Jezus.
10Deze woorden onderstrepen de herkomst van Jezus uit de periferie en niet uit het politiek-religieuze centrum, nadat in het voorafgaande colon het profetische aspect van zijn koningschap is benoemd dat zo meteen tot expressie zal komen in zijn optreden op het tempelplein (21,12).
11Een combinatiecitaat uit Jesaja 56,7 en Jeremia 7,11 brengt antithetisch tot uitdrukking wat de tempel zou moeten zijn en waartoe deze verworden is.
12Allusie op 2 Samuël 5,8? Bij de inname van Jeruzalem (dan nog Jebus) door David krijgt deze spottend toegevoegd: ‘blinden en lammen zullen je terugwerpen’, waarop als tegenwerping gaat circuleren: ‘Van blinden en lammen heeft David een grote afkeer’ (2Sm 5,6-8). Hier zijn blinden en lammen mensen uit de marge die zich in de messiaanse gestalte van Jezus als buitenstaander (cf 21,11) herkennen (cf 11,5).
13Resoneert hier Psalm 118,23 mee?
14De nog erg jonge kinderen blijven herhalen wat ze eerder de menigten hoorden roepen (21,9) en echoën zo tot in het hart van de tempel het ‘hosanna’ uit het psalmcitaat (Psalm 118,25).
15Deze ergernis komt tot explosie in het lijdensverhaal (26-27) en vormt daartoe de opmaat.
16Murre (a.w.) geeft aan dat ‘onderkennen’ hier verstaan moet worden als ‘lezen’.
17Citaat van Psalm 8,3; het citaat gebruikt andere termen dan παιδας (21,15).
18Jezus zal nog naar de stad terugkeren (21,18) om (onder meer) zijn eschatologische vijfde rede af te steken (24-25).
Afdrukken | vertaling door Klaas Holwerda | bij Palmarum
Laatste wijziging 24 Mar 2023 22:57:19
Reacties: nog geen reactie. Gebruik, als u bent ingelogd, b om te reageren.
Andere vertalingen: Mat. 21,1-5 [Evangelie] het dubbele apostolaat, Mat. 21,6-11 [Evangelie] de acclamatie van de menigte, Mat. 21,10-17 [Evangelie] Jezus optreden in de tempel, Mat. 21,1-11 [Evangelie] , Mat. 21,1-11 [Evangelie] intocht in Jeruzalem, Mat. 21,1-11 [Evangelie] op een ezel met een veulen, Mat. 21,1-11 [Evangelie]

Palmarum - rood en paars
Geen afbeelding opgegeven.

Overige teksten:

Fil. 2,5-11 [Epistel]
Jes. 50,4-7 [OT]
Mat. 21,1-17 [Evangelie]

Deze site heeft 233 leden, waarvan 0 online; Bezoekers : vandaag: 456; Colofon