Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
Gesorteerd op: Bijbels
Gesorteerd op: Bijbels
Nieuws
Hoe kan ik ...
|
Paasnacht, 8 april 2023
Genesis 1,1-31
Inleiding
De complete schriftlezing is Genesis 1:1-2:3
Het verzoek om voor de lezing in de Paasnacht nog eens even een vertaling te maken van het eerste scheppingsverhaal uit Genesis vond ik een uitdaging die mijn mogelijkheden ver te boven gaat. En dat te meer na lezing van de Oratie van Matthijs de Jong bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Bijbelvertalen aan de Vu.
Vertaling
Genesis 1
1In het begin schiep God de hemel en de aarde.1
2De aarde nu was een barre woestenij,
duisternis op de oervloed
en de Geest van God zweefde over de wateren.
3God zei:
Er moet licht zijn.
En er was licht.
4God zag het licht: ja, het was goed!
God bracht scheiding aan2 tussen het licht en de duisternis.
5God noemde het licht dag en de duisternis noemde hij nacht.
Het werd avond en het werd morgen: één dag.
6God zei:
Er moet een gewelf zijn te midden van de wateren
en er moet een scheiding komen3 tussen wateren en wateren.
7God maakte het gewelf
en het bracht scheiding aan tussen de wateren onder het gewelf
en de wateren boven het gewelf.4
En zo werd het5
8God noemde het gewelf hemel.
Het werd avond en het werd morgen: tweede dag.
9God zei:
De wateren onder de hemel moeten verzameld worden op één plaats
en het droge moet gezien worden.
En zo werd het.
10God noemde het droge aarde en de verzameling van de wateren zeeën.
God zag het: ja, het was goed!
11God zei:
De aarde moet groen worden van groen,
kruid dat zaad uitzaait,
vruchtgeboomte dat vrucht maakt naar zijn aard, waarin zijn zaad is,
op de aarde.
En zo werd het.
12De aarde deed groen uitgaan, kruid dat zaad uitzaait, naar zijn aard
en geboomte dat vrucht maakt waarin zijn zaad is, naar zijn aard.
En God zag het: ja, het was goed!
13Het werd avond en het werd morgen: derde dag.
14God zei:
Er moeten lichten zijn aan het gewelf van de hemel
om scheiding aan te brengen tussen de dag en de nacht;
zij moeten zijn tot tekenen voor seizoenen,6 dagen en jaren
15en zij moeten zijn tot lichten aan het gewelf van de hemel
om te lichten over de aarde.
En zo werd het.
16God maakte de twee grote lichten.
Het grote licht tot heerschappij over de dag
en het kleine licht tot heerschappij over de nacht
en de sterren.
17God plaatste ze aan het gewelf van de hemel om te lichten over de aarde,
18om te heersen over de dag en over de nacht
en om scheiding aan te brengen tussen het licht en de duisternis.
God zag het: ja, het was goed!
19Het werd avond en het werd morgen: vierde dag.
20God zei:
De wateren moeten wemelen, een gewemel van levende wezens,7
en gevogelte moet rondvliegen over de aarde langs het gewelf van de hemel.
21God schiep de grote zeedraken
en al de8 krioelende levende wezens waarvan de wateren wemelen9 naar hun aard
en al het gevleugeld gevogelte naar zijn aard.
God zag het: ja, het was goed!
22God zegende hen en zei:
Draag vrucht en vermenigvuldig je en vul de wateren van de zeeën
en het gevleugeld gevogelte moet zich vermenigvuldigen op de aarde.
23Het werd avond en het werd morgen: vijfde dag.
24God zei:
De aarde moet levende wezens voortbrengen10 naar zijn aard,
vee, het krioelende gedierte en wild gedierte op de aarde11 naar zijn aard.
En zo werd het.
25God maakte het wild gedierte van de aarde naar zijn aard
en het vee naar zijn aard
en al het krioelend gedierte op de akker naar zijn aard.
God zag het: ja, het was goed!
26God zei:
Laten wij12 mensen13 maken naar ons beeld als onze gelijkenis;
zij moeten heersen14 over de vissen van de zee
en over het gevogelte van de hemel
en over het vee en over alle wilde dieren op de aarde15
en over al het krioelende dat krioelt op de aarde.
27God schiep de mens naar zijn beeld.16
Naar het beeld van God schiep hij hem.
Mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen.
28God zegende hen.
God zei tot hen:
Draag vrucht en vermenigvuldig u, vul de aarde en onderwerp haar.
Heers17 over de vissen van de zee en over het gevogelte van de hemel
en over al het levende dat op de aarde krioelt.
29God zei:
Zie, ik geef jullie al het zaadzaaiende kruid
dat over het aangezicht van de hele aarde is
en al het geboomte waaraan zaadzaaiende boomvrucht is
– het moet jullie tot eten zijn.
30En voor al de gedierte op aarde
en voor al het gevogelte van de hemel
en voor al wat krioelt op de aarde waarin leven is,18
moet al het groene kruid tot eten zijn.
En zo werd het.
31God zag alles wat hij gemaakt had.
En zie – zeer goed!
Het werd avond en het werd morgen: de zesde dag.
Genesis 2
1Voltooid werden de hemel en de aarde en al hun rijkdom.19
2Voltooid heeft God op de zevende dag zijn werk dat hij gedaan had.
Hij rustte op de zevende dag van al zijn werk dat hij gedaan had.
3God zegende de zevende dag en heiligde die,
want daarop rustte hij van al zijn werk dat God al makende geschapen had.
Noten
1 | Op onze site schriftlezing.nl staan zowel de vertaling van de Societas Hebraica Amsteldamiensis (3 april 2021) die inmiddels ruim twintigjaar geleden is gemaakt als een tweede recentere vertaling door Wout van der Spek en Leo van den Bogaard (16 april 2022). Verder kreeg ik nog nuttige aanwijzingen van Pieter Luchtigheid. Ik heb besloten beide vertalingen naast elkaar te leggen en heb daar vervolgens nog een keer mijn gedachten over laten gaan. Het resultaat daarvan zijn een aantal aanpassingen van de tweede tekst die ik in de noten zal verklaren. Deze zijn geheel voor mijn rekening. | 2 | Scheiding aanbrengen, בָּדַל (Hifil) doe je tussen (בֵּין) twee of meer zaken. Scheiden, als uit elkaar houden van twee zaken, heeft een object, het een van het ander, en heeft “tussen” niet nodig. | 3 | מַבְדִּ֔יל als partic. van het kenmerkende werkwoord scheiding aanbrengen kan m.i. goed met het zelfstandig naamwoord scheiding worden vertaald. | 4 | Drie maal gewelf en twee maal wateren heb ik zo gelaten. | 5 | הָיָה Ik heb getracht zoveel mogelijk te kiezen tussen twee van de vele mogelijke vertalingen van dit bepalende werkwoord. Enerzijds zijn en anderzijds worden. De jussief er moet zijn omdat die vorm in het Nederlands er zij niet echt meer gebruikt wordt en worden om aan te geven dat er ook meteen iets gebeurde. De nominale zin כִּי־טֹֽוב heeft een verleden tijd gekregen in vervolg op de verleden tijd van zien. | 6 | De SHA vertaling geeft hier feesttijden, anderen kiezen gezette tijden. Ik heb gekozen met NBV voor seizoenen die gemarkeerd worden door de stand van de hemellichamen. De seizoenen hebben ook hun eigen feesten. | 7 | נֶ֣פֶשׁ חַיָּ֑ה vertaal ik hier en verder in de perikoop met levende wezens. Ik heb er meervoud van gemaakt in navolging van LXX en alle vertalingen die mij onder ogen kwamen. | 8 | כָּל Muraoka geeft aan (§ 125h) dat het daarop volgende substantief gezien moet worden als bepaald. | 9 | Toen ik er nog eens over nadacht kwam ik bij al het levende in de oceanen, van de grootste zeezoogdieren (SV geeft walvissen) tot aan het plankton. Zoöplankton, ook wel kril genaamd, (het voorvoegsel zoö— komt van het Oudgriekse ζῷον (LXX: πᾶσαν ψυχὴν ζῴων ἑρπετῶν!!) of 'zoion' en betekent dier) zijn niet-fotosynthetische protozoa en kleine diertjes of larven. Hier van heel groot tot heel klein. | 10 | Ik volg hier de SHA vertaling. | 11 | In tegenstelling tot wat in het water leeft. Ook hier (zie vers 21) kun je denken van heel klein (mieren, wormen, pissebedden) tot heel groot (olifanten, leeuwen en nijlpaarden) | 12 | Muraoka, § 114e noemt dit plural of deliberation with oneself met als toelichting The we of majesty does not exist in Hebrew. | 13 | Hier meervoud vertaald in de zin van de mensheid in aansluiting ook op de meervoudsvorm van het volgende werkwoord. | 14 | Ik voel me aangesproken door de opmerkingen van Konrad D. Benner in 'Vertalen is verrassen'(Haarlem 2022) over het rentmeesterschap van de mens, zij moeten beheren. (blz.179 e.v.) Artikel 3, 170 BW definieert Beheer als handelingen dienende tot gewoon onderhoud of tot behoud van gemeenschappelijk goed. Maar beheren staat er volgens de woordenboeken in het Hebreeuws dus niet. (Be)herschen, niedertreten, unterdrücken geeft Gesenius 2013, schalten vertaalt Buber. BDB vertaalt have dominion, rule, dominate. Zie vooral ook de rede waarmee Matthijs de Jong zijn leerstoel aanvaarde. | 15 | Syriac voegt hier in חַיַּת welke keuze ook gevolgd wordt door NRSV, de Willibrord vertaling en de Groot Nieuws Bijbel. Ik volg die keuze die ook past in de opsomming van levende wezens aan de hemel en op de aarde. | 16 | Ik leerde van Mirjam Elbers (22-2-2023 PThU) dat alles naar zijn/haar/hun aard is gemaakt behalve de mens. | 17 | Zie noot 12. | 18 | Vrij naar Buber darin lebendes Wesen ist | 19 | Volgens NBV21. |
|