aanmelden
Schriftlezing
website van de Dirk Monshouwer Stichting
H | 2e Advent | Leesrooster | M | Contact
Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
d Bijbelvertalingen
Gesorteerd op:
Bijbels
d Exegeses
Gesorteerd op:
Bijbels
Nieuws
d Links
Hoe kan ik ...
Judica, 26 maart 2023
Johannes 11,1-44
Inleiding
De schriftlezing is Johannes 11:1-4, 17-44.
Vertaling
1Maar er was iemand ziek, Lazarus van Betanië,
uit het dorp van Maria en Martha haar zuster1 .
2Maria was degene die de Heer met myrrhe had gezalfd
en zijn voeten met haar haren had afgedroogd;2
haar broer Lazarus was ziek.
3De zusters nu zonden het volgende bericht naar hem:
Heer, zie, die u liefhebt is ziek.
4Toen Jezus dit hoorde zei hij:
Deze ziekte is niet tot de dood maar ter wille van Gods glorie3
opdat de zoon van God door haar (d.i. de ziekte) glorie4 zal ontvangen.

17Toen Jezus dan gekomen was  
ontdekte hij dat hij reeds vier dagen in het graf verbleef.
18Nu was Betanië dichtbij Jeruzalem, ongeveer 15 stadiën.5
19En velen uit de Judeeërs waren naar Martha en Maria gekomen
om hen te troosten6 met de broer.
20Toen Martha hoorde dat Jezus kwam ging zij hem tegemoet,7
Maria echter bleef thuis zitten.
21Martha nu zei tot Jezus:
Heer, als u hier was geweest zou mijn broer niet gestorven zijn.
22Maar ook nu weet ik dat God u zal geven wat u ook zult vragen.
23Jezus zei haar:
Uw broer zal opstaan.
24Martha zei hem:
Ik weet dat hij zal opstaan in de opstanding op de laatste dag.8
25Jezus zei haar:
Ik ben de opstanding en het leven.9
Wie gelooft in mij zal leven ook al is hij gestorven.
26En ieder die leeft en gelooft in mij zal niet sterven in eeuwigheid.10
Geloof je dat?
27Zij zei hem:
Ja Heer, ik leef in het geloof11 dat u de Christus bent,
de zoon van God die in de wereld gekomen is.12
28En nadat zij dit gezegd had ging zij weg
en riep Maria haar zuster en zei stilletjes:13
De leraar14 is hier en hij roept jou.
29Toen zij het hoorde stond zij snel op en kwam naar hem toe.15
30Jezus was nog niet in het dorp gekomen
maar was nog op de plek waar Martha hem ontmoette.
31Toen de Judeeërs, die bij haar waren in het huis en haar troostten,
ziende hoe Maria snel opstond en naar buiten ging,
volgden haar omdat zij meenden dat zij naar het graf ging om daar te weeklagen.16
32Toen Maria kwam waar Jezus was en hem zag
viel zij voor zijn voeten neer en zei hem:
Heer, als u hier was geweest zou mijn broer niet gestorven zijn.
33Toen Jezus haar zag huilen
en ook de Joden die met haar meegekomen waren zag huilen,
werd hij in de geest verontwaardigd17 en raakte in heftige beroering.18
34Hij zei:
Waar hebt u hem gelegd?19
Zij zeiden hem:
Heer, kom en zie.20
35Jezus huilde.21
36De Judeeërs zeiden:
Zie hoe lief hij hem had.
37Maar sommigen van hen zeiden:
Kon hij, die de ogen van de blinde heeft geopend, niet bewerken22
dat ook deze niet was gestorven?23
38Opnieuw verontwaardigd in zichzelf kwam Jezus naar het graf.
Daar was een grot en daarop lag een steen.24
39Jezus zei:
Neem de steen weg.
Martha de zus van de overledene zei:
Heer, het stinkt al, het is immers de vierde dag.
40Jezus zei haar:
Heb ik u niet gezegd dat indien u gelooft u de glorie van God zult zien?
41Zij tilden de steen weg.
Jezus sloeg de ogen op en zei:
Vader, ik dank u dat u mij gehoord hebt.
42Ik weet dat u mij altijd hoort
maar ik zeg dat omwille van de schare hier rondom
opdat zij geloven dat u mij gezonden hebt.
43En nadat hij dit gezegd had riep hij met luider stem:25
Lazarus, kom naar buiten!
44De dode kwam naar buiten,
de voeten en de handen gebonden met lijkdoeken,
zijn gelaat omwonden met een zweetdoek.26
Tot hen zei Jezus:
Maak hem los en laat hem gaan.

Schnackenburg isoleert een oerversie in vss. 1a, 3, 17-18, 33-34, 38-39a, 43-44.

Structuur
In het overgeslagen deel vv. 5-16 vermeldt Jezus dat een dag twaalf uren heeft, vv. 9-10. Daarbij spreekt hij over wandelen overdag en ’s nachts. Deze opmerking heeft betrekking op de plaats van dit opstandingsverhaal in het levensverhaal van Jezus, zoals Johannes het vertelt. Het zal leiden tot het besluit om hem te doden, zoals vers 53 vermeldt. Joh. 9:4: Zolang het dag is, moeten we het werk doen van hem die mij gezonden heeft, straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen. De eenheid is dan ook ingeklemd tussen twee delen waarin Jezus zich terugtrekt na bedreiging (10:31 vlg. en 10:45-54). In vers 53 wordt tot Jezus’ dood besloten. Hierna vindt de zalving voor zijn begrafenis plaats, de intocht en nog weer later de voetwassing.


Hoe zit het in elkaar: Een paar lijnen
De schrijver is almachtig. Hij kan zijn verhaal altijd op zijn eigen manier vertellen. Dat geldt ook voor het Johannes 11, waar de schrijver gebruik maakt van het misverstand om duidelijk te maken wie Jezus eigenlijk is.
Dat begint al bij de slaap als metafoor voor de dood, dat de leerlingen misverstaan, en dat Jezus uitlegt in vs. 14 (hij zegt hun ronduit dat Lazarus is gestorven). Maar die slaap van Lazarus, waaruit Jezus hem wil wekken, heeft een eigenaardige parallel in de mensen die Jezus op zijn tocht volgen. De leerlingen, Martha, Maria, die slapen ook, ze suffen en begrijpen niet wat er aan de hand is. Dat begint al bij Bethanië, waar Jezus bewust heen wil gaan om de leerlingen te brengen tot de opmerking dat het een risico is daarheen te gaan. Zij willen haast maken ter wille van de zieke? Omdat zij niet begrijpen, wie hij is en waartoe hij bij machte is.
Uw broeder zal opstaan zegt Jezus tot zijn zuster in vers 23, dan zegt ze: Ik weet dat hij zal opstaan ten jongsten dage. Ook weer niet goed verstaan, waartoe Jezus zelf aanleiding geeft, teneinde zijn ware aard te openbaren. Want is de prachtige belijdenis in vs. 27 nu in de roos? Of meer bedoeld voor de latere luisteraar?
Eigenlijk wordt in Johannes 11 Johannes 9 herhaald, waar de blinde jongeman beter ziet dan de anderen willen, Joh. 9:30: De man antwoordde: ‘Wat vreemd dat u niet begrijpt waar hij vandaan komt, terwijl hij mijn ogen geopend heeft’. Precies zo is hier de enige die direct gelooft, aanneemt en direct doet, …de dode zelf: Als Jezus zegt: Kom naar buiten, dan komt hij, een nieuwe schepping.

Niet alleen de dode slaapt, ook de levenden slapen.
Maar het gaat verder dan dat. De levende wil men doden, terwijl hij leven brengt, zelf leven is:
Joh. 5:25: Ik verzeker u: er komt een tijd, en het is nu al zover, dat de doden de stem van Gods Zoon zullen horen en dat wie hem horen, zullen leven,.
Joh. 10:10: Maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid’, Grieks: ἐγὼ ἦλθον ἵνα ζωὴν ἔχωσιν καὶ περισσὸν ἔχωσιν.
Joh. 10:18: Niemand neemt mijn leven, ik geef het zelf. Ik ben vrij om het te geven en om het weer terug te nemen – dat is de opdracht die ik van mijn Vader heb gekregen.
Misverstanden wekken is voor Johannes hét middel om Jezus’ ware aard en missie te tonen tegenover het onverstand van de omstanders.
Noten
1Luc 10:38
2Dit wordt pas verteld in Joh. 12:2, waar Jezus in vers 7 zegt: voor de dag van mijn begrafenis.
3Barrett voegt toe: ‘for revealing’. Joh. 2:11 Kana was het begin van Jezus’ tekenen. Joh. 9:3: De werken Gods moeten in hem openbaar worden. Joh. 13:31: Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar geworden, en door hem de grootheid van God.
4Meestal wordt dit werkwoord δοξάζω vertaald met verheerlijken. Ik wil graag de notie erin, dat het leven van de mens Gods en Jezus’ glorie is, zoals in het Frans “glorifier”.
53-4 km.
6Dit werkwoord ook in v. 31 en betekent ook aanmoedigen, vermanen.
7Ook hier is Martha de méér actieve van de twee. Martha heeft de meer theologische rol, v. 27, Maria de taal van het hart, v. 32 e.v.
8Zoals in Hand. 23:8; de uitdrukking ‘de laatste dag’ bv. Jes 2:2 en dan in Joh. 6:39,44,54; 11:24; 12:48 en dan 1 Joh. 2:18 het laatste uur.
9Want zoals de Vader doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie hij wil, Joh. 5:21. Jezus zei tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door mij, Joh. 14:6.
10Joh. 5:24: Waarachtig, ik verzeker u: wie luistert naar wat ik zeg en hem gelooft die mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven.
11Ik heb geloofd, ik leef in het geloof: i.e. het perfectum πεπίστευκα is een toestand volgens de Griekse grammatica van K. van der Heyde. Barrett: we are in a state of faith and knowledge; we have recognised the truth and hold it. Het zo gebruikte perfectum komt vaak bij Johannes voor, ook Joh. 8:31.
12'U bent de Messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus, Mat. 16:16. Joh. 1:9: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam; 6:14: Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in mij gelooft niet meer in de duisternis is; 18:37: Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’
13De bestaande parallellen zijn: Mat. 1:19 19 Ἰωσὴφ δὲ ἀνὴρ αὐτῆς, δίκαιος ὢν καὶ μὴ θέλων αὐτὴν δειγματίσαι, ἐβουλήθη λάθρᾳ (in stilte) ἀπολῦσαι αὐτήν. Matthew 2:7 7 Τότε Ἡρῴδης λάθρᾳ (heimelijk) καλέσας τοὺς μάγους ἠκρίβωσεν παρʼ αὐτῶν τὸν χρόνον τοῦ φαινομένου ἀστέρος,  Acts 16:37 37 δὲ Παῦλος ἔφη πρὸς αὐτούς· Δείραντες ἡμᾶς δημοσίᾳ ἀκατακρίτους, ἀνθρώπους Ῥωμαίους ὑπάρχοντας, ἔβαλαν εἰς φυλακήν· καὶ νῦν λάθρᾳ (heimelijk)  ἡμᾶς ἐκβάλλουσιν; οὐ γάρ, ἀλλὰ ἐλθόντες αὐτοὶ ἡμᾶς ἐξαγαγέτωσαν.
14Deze aanspreking ook gebruikt door Maria Magdalena Joh. 20:16
15De stem (van de Herder) horen en tot hem komen, de uitdrukkingen hebben meer geklonken, bv Joh. 10:2!
16Ook v. 31,2 x v. 33; Joh. 20:11 2x; daar klinkt in vv. 13,15 de vraag: Waarom huil je?
17Beter is te vertalen: vermaande de geest cq bestrafte de geest, Liddell & Scott
18Grondbetekenis van ταράσσω=schudden. Het zelfde ww. Joh. 12:27 Νῦν ψυχή μου τετάρακται, 13:21 Ταῦτα εἰπὼν Ἰησοῦς ἐταράχθη τῷ πνεύματι καὶ ἐμαρτύρησεν καὶ εἶπεν· Ἀμὴν ἀμὴν λέγω ὑμῖν ὅτι εἷς ἐξ ὑμῶν παραδώσει με. 14;1 Μὴ ταρασσέσθω ὑμῶν καρδία· πιστεύετε εἰς τὸν θεόν, καὶ εἰς ἐμὲ πιστεύετε, 27 εἰρήνην ἀφίημι ὑμῖν, εἰρήνην τὴν ἐμὴν δίδωμι ὑμῖν· οὐ καθὼς κόσμος δίδωσιν ἐγὼ δίδωμι ὑμῖν. μὴ ταρασσέσθω ὑμῶν καρδία μηδὲ δειλιάτω Matthew 2:3 ἀκούσας δὲ βασιλεὺς Ἡρῴδης ἐταράχθη καὶ πᾶσα Ἱεροσόλυμα μετʼ αὐτοῦ, Luke 1:12 καὶ ἐταράχθη Ζαχαρίας ἰδὼν καὶ φόβος ἐπέπεσεν ἐπʼ αὐτόν. Joh. 13:21 Ταῦτα εἰπὼν [] Ἰησοῦς ἐταράχθη τῷ πνεύματι καὶ ἐμαρτύρησεν καὶ εἶπεν· ἀμὴν ἀμὴν λέγω ὑμῖν ὅτι εἷς ἐξ ὑμῶν παραδώσει με.
19Klassieke formulering. Het woord ‘graf’ hoeft niet toegevoegd.
20De gelijke formulering: 1:47, Filippus tot Nathaniël.
21Lucas 19:41 van Jezus over Jeruzalem.
22Dit als – dan motief ook al in vs. 21 en heeft ten doel Jezus’ ware gestalte en grootheid te tonen.
23In het vervolg, vv. 45-46 vindt onder deze Judeeërs een scheiding plaats: er zijn Judeeërs die in hem geloven, andere Judeeërs die verslag doen bij de Farizeeën, waarop het Sanhedrin bijeenkomt. De leven brengende gebeurtenis bezorgt Jezus de dood.
24Mat. 27:60: en legde het in het nieuwe rotsgraf dat hij voor zichzelf had laten uithouwen. Toen rolde hij een grote steen voor de ingang van het graf en vertrok. Johannes zegt het weer heel anders in Joh. 19:41: Nicodemus, die destijds ’s nachts naar Jezus toe gegaan was, kwam ook; hij had een mengsel van mirre en aloë bij zich, wel honderd litra. 40 Ze wikkelden Jezus’ lichaam met de balsem in linnen, zoals gebruikelijk is bij een Joodse begrafenis. 41 Dicht bij de plaats waar Jezus gekruisigd was lag een olijfgaard, en daar was een nieuw graf, waarin nog nooit iemand begraven was. 42 Omdat het voor de Joden voorbereidingsdag was en dat graf dichtbij was, legden ze Jezus daarin.
25Enige plaats in Johannes, wel ook Mat. 27:46 en 50 (Jezus); Mar. 1:26; 5:7 (de onreine geesten); 15:34 en 37(Jezus); Luc. 4:33; 8:28 (de onreine geesten); 17:15; 19:37; 23:23 (de menigte); 23:46 (Jezus) en diverse in Acta en Openb.
26Doden werden met grote zorg en luxe begraven.
Afdrukken | vertaling door pieterlugtigheid | bij Judica
Laatste wijziging 26 Oct 2022 12:50:17
Reacties:
Nico Riemersma: Ik maak de lezer graag attent op een artikel dat ik schreef: 'De opwekking van Lazarus: Johannes 10:40-11:54 benaderd vanuit de genre— en vormkritiek', in: Kerk en Theologie 73/2 (2022), 173-188, dat ook te vinden is op www.nicoriemersma.nl (blog 17 juni 2022) [2023-03-03 15:07:15]

Andere vertalingen: Joh. 11,1-44 [Evangelie] , Joh. 11,17-27 [Evangelie] , Joh. 11,28-44 [Evangelie] , Joh. 11,17-44 [Evangelie] , Joh. 11,1-16 [Evangelie]

Judica - paars
Geen afbeelding opgegeven.

Overige teksten:

Joh. 11,1-44 [Evangelie]
Ez. 37,1-14 [OT]

Deze site heeft 235 leden, waarvan 1 online; Bezoekers : vandaag: 356; Colofon