Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
Gesorteerd op: Bijbels
Gesorteerd op: Bijbels
Nieuws
Hoe kan ik ...
|
3e van de herfst, 2 oktober 2022
Habakuk 3,1-19
Vertaling
1Gebed1 (toegeschreven) aan2 Habakuk de profeet3
Op: sjigjonoth4
2Eeuwige, ik heb uw boodschap gehoord5 .
Ontzag6 heb ik, Eeuwige, voor uw daden7 .
Wil die binnen8 jaren realiseren9 .
Laat U binnen jaren kennen10 .
Gedenk bij het woeden11 om barmhartig te zijn12 .
3God13 zal14 van Teman komen,
de Heilige van het gebergte van Paran. sela
Zijn luister bedekt15 de hemel,
zijn roem16 vult de aarde.
16Toen ik (dit) hoorde, beefde mijn binnenste17 .
Op het geluid klapperden18 mijn lippen.
Mijn gebeente werd aangetast19 ,
Ik beefde op mijn voeten onder mij20
Wachten21 zal ik op de onheilsdag
tot22 die komt voor het volk dat ons binnenviel23 .
17Want de vijgenboom spruit niet uit24 ,
en er is geen opbrengst aan de wijnstokken,
het is teleurstellend wat de olijfboom voortbrengt,
en de velden brengen geen voedsel voort,
uit de kooi is het kleinvee verdwenen
en er zijn geen runderen in de stallen.
18Ik25 , toch wil ik mij over de Eeuwige verheugen26 ,
juichen wil ik over God mijn redder27 .
19De Eeuwige, mijn Heer, is mijn kracht.
Hij maakt mijn voeten als die van hinden28
en over mijn hoogten doet Hij mij gaan29 .
Voor de kapelmeester30
Bij (mijn) snarenspel.
Noten
1 | Evenals Hab. 1:1 is Hab. 3:1 een opschrift. Dit opschrift ‘gebed’ (תפלה) vinden we ook boven een vijftal Psalmen: 17, 86, 90, 102 en 142. In drie van deze liederen volgt, net als in Hab. 3:1, direct daarna een persoonsnaam, voorafgegaan door ל (17 + 86: David, 90: Mozes). In Ps. 102 volgt ל met het zelfstandig naamwoord עני. In Ps. 142 volgt geen nadere bepaling, maar wordt het woord voorafgegaan door de term משכיל, ‘leerdicht’, al voldoet die vertaling volgens J.P.M. van der Ploeg niet goed (Psalmen, BOT VII B, Roermond 1971, 16). Deze vijf Psalmen waarboven de term ‘gebed’ staat, zijn volgens Van der Ploeg smeekgebeden (ibidem, 112). Buber-Rosenzweig vertalen: ‘Flehruf’. De kwalificatie ‘smeekgebed’ lijkt niet van toepassing op Hab. 3. In vers 2 bevat het lied elementen van een klaaglied, verder bezingt het lied een theofanie: de Eeuwige trekt uit tot redding van Gods volk (Hab. 3:3-15, zie 3:13). In Hab. 3:16-19 wordt de theofanie gevolgd door de gelovige reactie van de profeet. | 2 | De lamedh voor de naam Habakuk wordt veelal opgevat als lamedh auctoris, ‘van (Habakuk)’ (onder meer NBG 1951; Willibrordvertaling-1995; NBV21; A.S. van der Woude, Habakuk Zefanja, POT, Nijkerk 1978, 58; C. van Leeuwen, Habakuk, Tekst en Toelichting, Kampen 1996, 55). F.I. Andersen, Habakkuk. A New Translation with Introduction and Commentary, AB 25, New Haven – London 2001, 268, geeft vier mogelijkheden van vertaling: ‘written by Habakkuk’, ‘written for Habakkuk’, ‘written about Habakkuk’, ‘appropriated by Habakkuk’. Hier wordt een verdere optie aangereikt. | 3 | Deze combinatie ‘Habakuk de profeet’ ook in Hab. 1:1. | 4 | De betekenis van deze term is onzeker. We vinden hier een meervoud, het enkelvoud staat boven Ps. 7:1. HAL III sv שגיון biedt twee opties: ‘Klageruf’ dan wel ‘Taumelgedicht, Lied des Ekstatikers’. Daarbij wordt opgemerkt: ‘Eine sichere Entscheidung … ist nicht möglich.’ Velen kiezen voor de eerstgenoemde optie, bijv. P. Humbert, Problèmes du livre d’Habacuc, Mémoires de l’université de Neuchatel XVIII, Neuchatel 1944, 77.205; Willibrordvertaling-1995; Van Leeuwen, ibidem, 55; H.-J. Fabry, Habakuk / Obadja, HThKAT, Freiburg-Basel-Wien 2018, 279: ‘vielleicht als »nach der Weise der Klagelieder« zu deuten’; NBV21. De tweede optie werd onder meer gekozen door E. Sellin, Das Zwölfprophetenbuch übersetzt und erklärt. Zweite Hälfte: Nahum-Maleachi, KAT XII, Leipzig 1930, 406. Hij beschouwt Hab. 3 als ‘Triumphgedicht’. Buber-Rosenzweig vertalen: ‘[nach der »umirrenden« Weise]’. Hier is ervoor gekozen om de term onvertaald te laten, zoals NBG-1951. Andersen, ibidem, 269: ‘The proposition ʽal suggests that Shigyonoth is the name of a melody (the first word of a lyric that names a melody?)’. De term ‘rijmt’ met het בנגינותי in Hab. 3:19, ‘bij (mijn) snarenspel’, een liturgische aanwijzing. Vergelijkt men de term van Hab. 3:19 met de vergelijkbare vorm in Jes. 38:20, dan wijst dat mogelijk een interpretatierichting voor Hab. 3. In Jes. 38:20 klinkt het vreugdelied van koning Hizkia vanwege de verlenging van zijn leven. Zou dan Hab. 3 niet te zien zijn als een vreugdelied vanwege Gods redding uit de greep van de bedreigers? Na de intense worsteling in Hab. 1 nu Habakuks lied over Gods overwinning op de bedreigers. | 5 | Dit שםעתי is een duidelijk contrast met het לא תשםע van de Eeuwige in Hab. 1:2. De vorm שםעתי komt ook weer voor aan het begin van Hab. 3:16. Een duidelijke tekstmarkering. | 6 | In het tekstkritisch apparaat van BHS wordt hier aanbevolen: ראיתי, ‘ik heb gezien’. Zo ook D. Deden, De Kleine Profeten, BOT, Roermond-Maaseik 1953, 267.273; Van der Woude, ibidem, 58.60, met een beroep op het parallellisme van de versdelen. Maar een tekstwijziging lijkt onnodig. In Hab. 3:16 vinden we ook de combinatie van ‘horen en vrezen’ (zij het met een ander werkwoord). J. Banister, ‘“I feared” or “I saw” in Habakkuk 3,2?’, Biblica 97 (2016), 527-536 voert overtuigende argumenten aan voor de lezing van MT. | 7 | De term פעל als aanduiding voor Gods daden klinkt binnen het boek Habakuk ook in 1:5. | 8 | בקרב wordt veelal van plaats gebruikt, hier echter met een tijdsaanduiding. Dat komt in TaNaCh alleen hier voor (Fabry, ibidem, 297). | 9 | Letterlijk: tot leven brengen. | 10 | De werkwoordsvorm תודיע heeft geen object, zoals de vorm חייהו in het voorafgaande versdeel dat wel heeft. In vertalingen wordt een object toegevoegd. Zie bijvoorbeeld NBV21: ‘het’. De profeet bidt dat de Eeuwige zichzelf bekend zal maken. Daartoe is dus het object ‘U’ toegevoegd. De versdelen 2c en 2d zijn parallel opgebouwd. De imperativus uit 2c wordt in 2d en 2e voortgezet met imperfecta (GK par. 107 n). | 11 | Hier ligt een verbinding met het רגז uit Hab. 3:16. | 12 | Hier staat een infinitivus absolutus. Daarom is hier werkwoordelijk vertaald en niet nominaal als ‘uw barmhartigheid’ (Willibrordvertaling-1995), ‘uw mededogen’ (NBV21). Andersen, ibidem, 273 biedt een geheel andere vertaling: ‘In (my) distress thou didst proclaim (thy name) – Compassionate.’ | 13 | Wisseling van de Godsnaam. Deze Godsnaam אלוה komt ook voor in Hab. 1:11. | 14 | Hier wordt een futurale vertaling gegeven. Doorgaans wordt met tegenwoordige tijd vertaald (zie onder meer NBG1951; Willibrordvertaling1995; NBV21). Wat in Hab. 3:3vv wordt getekend, Gods uittrekken tot redding, is toekomst. Vanaf Hab. 3:3 gaat de profeet zingen over hoe hij zich het optreden van God ‘binnen enkele jaren’ voorstelt. | 15 | Het werkwoord ‘bedekken’ (כסה) vinden we ook in Hab. 2:14.17. | 16 | HAL III biedt alleen voor deze plaats een mogelijk tweede begrip תהלה, ‘glorie, glans’. Zo K. Elliger, Das Buch der zwölf kleinen Propheten. II: Die Propheten Nahum, Habakuk, Zephanja, Haggai, Sacharja, Maleachi, ATD 25, 7. Auflage, Göttingen 1975, 52; Van der Woude, ibidem, 58.60. | 17 | Voor de woordcombinatie שםע — רגז zie ook Ex. 15:14; Deut. 2:25. | 18 | Het is meer dan trillen, zoals Willibrordvertaling-1995 en NBV21 vertalen. HAL III: ‘klingen’. | 19 | Letterlijk: ‘beenvraat’ (Van Leeuwen, ibidem, 70; vergelijk onder meer Hos. 5:12). Fabry, ibidem, 317 spreekt van verlamming. | 20 | In dit versdeel kan men met velen אשר lezen als אשרי. Het is niet nodig om ארגז te emenderen tot ירגזו, zoals BHS voorstelt. | 21 | Het maakt hier verschil van welke stam van het werkwoord נוח men deze vorm afleidt: van נוח I komt men op de vertaling ‘(af)wachten’, van נוח II op de vertaling ‘zuchten’, ‘jammeren’. HAL III geeft deze tweede betekenis alleen voor deze tekstplaats. Van der Woude, ibidem, 59.65 en Van Leeuwen, ibidem, 56.70 kiezen voor de tweede optie. | 22 | Ter vertaling van de ל in לעלות. | 23 | Mooi is hier de vertaling van G. Fohrer: ‘das uns ausraubt’ (G. Fohrer, ‘Das »Gebet des Propheten Habakuk«’, in: G. Fohrer, Studien zum Alten Testament (1966-1988), BZAW 196, Berlin – New York 1991, 70-79, 77. | 24 | Dit vers tekent de actuele noodsituatie van het Juda van de profeet. De regels van vers 17 zijn chiastisch opgebouwd. Enkel— en meervoud van de onderwerpen alterneren in 17a-d. | 25 | Een emfatisch אני dat veelal onvertaald wordt gelaten. | 26 | Ook vers 18 is chiastisch opgebouwd. | 27 | De stam ישע vormt een inclusie rond het boek Habakuk: Hab. 1:2 – 3:18. | 28 | Een andere vertaling geeft K. Seybold: ‘er machte meine Beine wie Torpfeiler’ (K. Seybold, ‘Der Habakuk-Psalm’, in: K. Seybold, Unterwegs zum Alten Testament. Exkursionen in die biblische Welt, Beiträge zum Verstehen der Bibel Bd. 19 (Hsrgb. M. Oeming – G. Theiβen, Berlin u.a. 2010, 181-195, 183). Hij leidt af van איל III (195). | 29 | Ook de versregels in Hab. 3:19b.c zijn chiastisch opgebouwd. | 30 | Deze term staat als opschrift boven 55 Psalmen. In Hab. 3:19 staat de term in het onderschrift. Veelal wordt vertaald: ‘Voor de koorleider’. F.-L. Hossfeld – E. Zenger, Die Psalmen I. Psalm 1-50, NEB, Würzburg 1993, 60 nuanceren: ‘Kapellmeister’, ‘Konzertmeister’. Van der Woude, ibidem, 60.65: ‘ter begeleiding’. |
|