Trinitatis, 30 mei 2021
Deuteronomium 6,17-25
Vertaling
17Jullie moeten de geboden van JHWH, jullie God,
net zoals de getuigenissen en de voorschriften die hij jullie heeft geboden,
nauwgezet in acht nemen.
18Doen moet je wat recht en goed is in de ogen van JHWH
opdat het goed met je gaat
en je het goede land bereikt
dat JHWH onder ede aan je voorvaderen heeft beloofd,
en [dit] in bezit zult nemen
19door je vijanden voor je uit te drijven,
zoals JHWH heeft gesproken.1
20Als je zoon je ooit vraagt:
Waarvan getuigen de voorschriften en de regels2
die JHWH onze god jullie geboden heeft?
21dan moet je tegen je zoon zeggen:
Dienstknechten waren we van Farao in Egypte
maar JHWH heeft ons met sterke hand uit Egypte doen wegtrekken.
22JHWH gaf voor onze ogen grootse en onheilspellende tekens en signalen
in Egypte, bij Farao en zijn hele hofhouding.
23Maar ons heeft hij daarvandaan laten wegtrekken
om ons in het land te doen komen om het ons te geven,3
[het land] dat hij onze vaderen onder ede beloofd had.
24JHWH heeft ons geboden al deze voorschriften ten uitvoer te brengen
JHWH onze god te vrezen
zodat het ons alle dagen goed gaat
en hij ons in leven houdt
zoals [het] op deze dag [het geval is].
25Onze gerechtigheid moet daarin gelegen zijn4
dat wij er zorg voor dragen
dat we dit gehele gebod voor JHWH onze god ten uitvoer brengen
zoals hij ons geboden heeft.
Noten
1 | De vertaling van vv. 17-19 is van Willem Pel | 2 | De Hebreeuwse tekst heeft letterlijk: wat [zijn] de getuigenissen en de voorschriften (vgl. חָקַק , ingraveren) en de regels (vgl. שָׁפַט, rechtspreken, ‘richten’) | 3 | Lastig om zo te vertalen dat je dicht bij de tekst blijft. Het Hebreeuws heeft hier een samentrekking die in het Nederlands niet kan, omdat komen in het Hebreeuws geen voorzetsel nodig heeft en daarom het land in het Hebreeuws de eerste keer, bij (doen) komen, kan worden weggelaten. | 4 | Of: ‘Gerechtigheid moet er voor ons in gelegen zijn dat …’ |
|