12e zondag van de zomer, 9 september 2007
Lucas 14,25-33
Inleiding
Bezint eer ge begint
Met voorbeelden uit het dagelijks leven wordt uitgelegd wie kan leerling van Jezus zijn of liever hoe kan een mens leerling van Jezus zijn.
Vertaling
25Vele scharen trokken met hem mee,
hij keerde zich om
en zei tegen hen:
26als iemand tot mij komt
en niet zijn vader, moeder, vrouw, kinderen, broers, zussen,
ja zelfs zijn eigen ziel1 haat2
kan hij niet mijn leerling zijn.
27Al wie niet zijn eigen kruis draagt
en achter mij aankomt,
kan niet mijn leerling zijn.
28Want wie van jullie een toren wil bouwen
zal niet eerst gaan zitten om de kosten te berekenen,
of hij voldoende heeft voor de voltooiing;
29hij wil voorkomen dat,3
als hij het fundament gelegd heeft,
maar niet in staat is het af te maken,
alle toeschouwers hem beginnen te bespotten
30en zeggen:
deze mens begon te bouwen
maar hij was niet in staat het af te maken.
31Of welke koning trekt op
om met een andere koning in een oorlog strijd te leveren
en gaat niet eerst zitten om te beraadslagen
of hij bij machte is met tien duizendtallen hem tegemoet te treden
die met twintig duizendtallen op hem afkomt?4
32zo niet, dan zal hij,
terwijl hij nog ver weg is,
een gezantschap sturen
en vragen naar wat tot vrede leidt
33Zo geldt voor ieder van jullie:
wie niet afscheid neemt van al wat hij bezit,
kan niet mijn leerling zijn.
Noten
1 | mooier is van Pieter Oussoren: "lijf-en-ziel" | 2 | de NBV neigt zowel in de eerste regel met "volgt" als in deze met "breekt" naar 'interpretatie' | 3 | van Pieter Oussoren | 4 | Ook hier is "oprukt" in de NBV meer dan er staat. |
|