11de zondag van de zomer, 2 september 2007
Lucas 14,7-14
Inleiding
Over de plaats die je als gast moet kiezen
en over de gasten die door de gastheer moeten worden uitgekozen
Vertaling
7Toen hij merkte,dat de gasten de ereplaatsen uitzochten
vertelde hij een gelijkenis:
8Wanneer je door iemand voor een bruiloft bent uitgenodigd
zoek dan niet de ereplaats uit.
er kon door de gastheer iemand zijn uitgenodigd
die voornamer is dan jij.
9En dan zal hij die jou en hem heeft uitgenodigd
komen en tot jou zeggen:
Wil je plaats aan hem afstaan.
En dan moet jij beschaamd op de achterste plaats gaan zitten.
10Maar als je bent uitgenodigd
ga dan op de achterste plaats zitten,
zodat wanneer hij komt die je heeft uitgenodigd,
hij tot je zal zeggen:
Vriend! Kom hier vooraan zitten.
Dat zal jou tot eer zijn
in aanwezigheid van alle tafelgenoten.
11Want ieder die zichzelf verhoogt,
zal vernederd worden,
maar wie zichzelf vernedert,
zal verhoogd worden.
12Hij zei echter ook tot de gastheer:
Als u een lunch of een diner geeft,
nodig dan niet uw vrienden of uw broers,
uw verwanten of uw rijke buren.
Die zouden immers op hun beurt u uitnodigen
zodat u aldus beloond werd.
13Maar wanneer u een feestmaal geeft,
nodig dan armen en kreupelen,
verlamden en blinden uit.
14 Dan zult u zalig zijn,
want zij zijn niet in staat u iets terug te betalen.
Het zal u betaald worden bij de opstanding der rechtvaardigen.
[15 Iemand van hen die mee aanlagen hoorde dit en zei:
Zalig hij die brood eet in het koninkrijk van God!]
|