10e van de zomer, 23 augustus 2020
Romeinen 11,25-36
Vertaling
25Want ik wil niet, broeders1 ,
dat u onkundig bent van dit geheimenis,
opdat u niet in eigen ogen wijs bent:
er is gedeeltelijke verharding
over Israël gekomen
totdat de volheid der heidenvolken
is binnengekomen
26en zo zal heel Israël gered worden,
zoals geschreven staat:
Uit Sion zal de bevrijder komen,
hij zal de goddeloosheid van Jacob afwenden.2
27En dit is mijn verbond met hen,3
wanneer ik hun zonden wegneem.4
28Volgens de goede boodschap
zijn zij vijanden vanwege u,
maar volgens de uitverkiezing
zijn zij geliefden vanwege de vaderen;
29Want de genadegaven en de roeping door God
kennen geen berouw.
30Want zoals u eens ongehoorzaam bent geweest
tegenover God,
maar nu ontferming hebt gevonden
door hun ongehoorzaamheid,
31zo zijn ook zij nu ongehoorzaam geworden
opdat, door de aan jullie betoonde ontferming,
ook zij nu ontferming ondervinden.
32Want God heeft allen samen
in ongehoorzaamheid opgesloten
om zich over allen samen te ontfermen.
33O diepte van rijkdom5
en wijsheid en kennis van God;
hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen
en onnaspeurlijk zijn wegen6 .
34Want wie kent de geest van de Heer?7
of wie is zijn raadgever geweest?
35Of wie heeft hem eerst iets gegeven,
waarvoor hij vergoeding zou moeten ontvangen?8
36Omdat uit hem en door hem en tot hem
alle dingen zijn;
voor hem de glorie tot in eeuwigheid,
Amen
Noten
1 | en zusters | 2 | Jesaja 59:20 | 3 | Jeremia 31:33 | 4 | Jesaja 27:9 | 5 | Job 11:7 | 6 | Job 5:9 | 7 | Jesaja 40:13 | 8 | Job 41:3 |
|