4e van de zomer, 15 juli 2018
Efeziërs 1,1-14
Inleiding
Gezegend de God en Vader van onze Heer, Jezus Christus
Vertaling
1Paulus, apostel van Christus Jezus, door de wil van God
aan de heiligen die er zijn in Efeze
en die geloven in Christus Jezus:
2genade voor jullie en vrede
van God, onze Vader en van de Heer, Jezus Christus.
3Gezegend de God en Vader van onze Heer, Jezus Christus,
die ons zegent met alle zegen van de geest in de hemelen in Christus,
4zoals hij ons in hem heeft uitverkoren
vóór de grondlegging van de wereld
om heilig en smetteloos te zijn voor hem,
in liefde.
5Hij heeft ons voorbestemd
om zijn kinderen te worden door Jezus Christus,
voor zichzelf, naar het welbehagen van zijn wil,
6tot lof van de heerlijkheid van zijn genade
waarmee hij ons heeft begenadigd in de geliefde.
7In hem hebben wij de verlossing door zijn bloed
de vergeving van de overtredingen,
naar de rijkdom van zijn genade,
8die hij ons overvloedig schonk, in alle wijsheid en inzicht.
9Hij heeft ons het geheim van zijn wil doen kennen
naar zijn welbehagen, naar zijn eigen plan,
10om de volheid van de tijden te verwezenlijken;
om alles bijeen te brengen in Christus in de hemelen en op de aarde
in hem.
11In hem zijn wij ook erfdeel geworden,
naar het voornemen van hem die alles tot stand brengt
naar de raad van zijn wil,
12opdat wij zouden zijn tot lof van zijn heertlijkheid,
wij die al eerder onze hoop op Christus hadden gevestigd.
13In hem zijn ook jullie, die het woord van de waarheid horen
het evangelie van jullie behoud,
in hem zijn ook jullie gelovigen
verzegeld met de beloofde heilige geest,
14die de waarborg is van ons erfdeel
tot de verlossing als eigendom
tot lof van zijn heerlijkheid!
|