Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
Gesorteerd op: Bijbels
Gesorteerd op: Bijbels
Nieuws
Hoe kan ik ...
|
1e na Trinitatis, 3 juni 2018
Job 1,1-22
Vertaling
1Er was een man in het land Uz.
Job was zijn naam.
Die man nu was integer en oprecht, had ontzag voor God
en hield zich ver van kwaad.
2Hem werden zeven zonen en drie dochters geboren.
3Zijn veestapel was aangegroeid tot 7000 stuks kleinvee,
3000 kamelen,1 500 span runderen en 500 ezelinnen.
Slaven bezat hij in overvloed.
Die man behoorde tot de aanzienlijksten onder de bewoners van het Oosten.
4Zijn zonen waren gewoon2 bij toerbeurt3 een feestmaal aan te richtten in hun huis
en nodigden daarvoor dan hun drie zusters uit om met hen te eten en te drinken.
5Wanneer de dagen van het feestmaal voorbij waren
ontbood Job hen en heiligde hij hen.
Hij stond dan vroeg in de morgen op
en bracht rookoffers, voor ieder één4 .
Want Job zei bij zichzelf: Misschien hebben mijn zonen wel gezondigd
of God in hun harten vaarwel gezegd.5
Zo dus placht6 Job al die dagen te doen.
6Op zekere dag gebeurde het
dat de godenzonen7 gekomen waren
om zich op te stellen voor JHWH.
Ook de uitdager8 had zich in hun midden opgesteld.
7JHWH zei tegen de uitdager:
Waar kom jij9 vandaan?
Daarop antwoordde de uitdager JHWH,
Hij zei:
Van wat rondtrekken over de aarde,
wat wandelen daarop.
8JHWH zei tegen de uitdager:
Heb je aandacht geschonken10 aan mijn dienaar Job?
Werkelijk, er is niemand zoals hij op aarde,
integer en oprecht, met ontzag voor God
en zich vèr houdend van kwaad.
9De uitdager antwoordde JHWH.
Hij zei:
Is er niet een [goede] reden dat Job zoveel ontzag voor God heeft?
10Is het niet zo dat je voor hem rondom een bescherming hebt opgetrokken
en voor zijn huis en voor alles wat hij bezit,
dat je het werk van zijn handen hebt gezegend
en dat zijn veestapel op de aarde uit zijn voegen is gebarsten?11
11Maar strek nu je hand eens naar hem uit
en raak hem in al wat hij bezit.
Zal hij je dan niet in je gezicht vaarwel zeggen?12
12JHWH zei tegen de uitdager:
Let op, al zijn bezit stel ik in jouw handen
maar strek je hand niet naar hem [zelf] uit!
Daarop vertrok de uitdager van voor het aangezicht van JHWH.
13Op zekere dag, toen zijn zonen en dochters aan het eten waren
en wijn dronken in het huis van hun oudste13 broer
14kwam er een bode naar Job. Hij zei:
De runderen waren aan het ploegen,
de ezelinnen graasden daarnaast
15toen de Sabeeërs binnen vielen
en ze die meenamen.
De knechten hebben ze met de scherpe kant van [hun] zwaard gedood.
Slechts ik ben, als enige, ontkomen
zodat ik het u kan laten weten.
16Nog was deze aan het spreken toen een andere binnenkwam. Die zei:
Een godsgruwelijk14 vuur viel uit de hemel
en verbrande zowel het kleinvee als de herdersjongens.
Het verteerde hen.
Slechts ik ben, als enige, ontkomen
zodat ik het u kan laten weten.
17Nog was deze aan het spreken toen [weer] een andere binnenkwam. Die zei:
De Chaldeeën stuurden drie groepen
die de kamelen roofden en ze meenamen.
De knechten hebben ze met de scherpe kant van [hun] zwaard gedood.
Slechts ik ben, als enige, ontkomen
zodat ik het u kan laten weten.
18Nog was deze aan het spreken toen [weer] een andere binnenkwam. Die zei:
Uw zonen en dochters waren aan het eten
en dronken wijn in het huis van hun oudste broer.
19En ja,15 juist toen viel er een zware stormwind in
van de overkant van de woestijn.
Die raakte de vier hoeken van het huis
en het stortte in bovenop de jongelui16 en zij stierven.
Slechts ik ben, als enige, ontkomen
zodat ik het u kan laten weten.
20Toen stond Job op
scheurde zijn mantel, schoor zijn hoofd,
stortte ter aarde en boog zich diep neer.
21Hij zei:
Naakt ben ik uit de buik van mijn moeder gekomen
en naakt zal ik daar naar terugkeren.
JHWH heeft gegeven
JHWH heeft genomen
laat de naam van JHWH geprezen worden.
22Bij dit alles zondigde Job niet
noch gaf hij God aanstoot.17
Noten
1 | Vermoedelijk camels d.w.z. dieren met één bult die in de dierentuin dromedaris worden genoemd | 2 | De weqatal vorm geeft een voortzetting aan van een situatie uit het verleden, (Muraoka, §119v) | 3 | Letterlijk: ieder op zijn dag. Fokkelman, (Het boek Job in vorm, Sun 2009) denkt aan de verjaardag. | 4 | Letterlijk: naar hun aantal | 5 | Het Hebreeuws gebruikt בָּרַךְ zegenen hier als eufemisme.(Gesenius Hebräisches und Aramäisches Handwörterbuch, 18e druk) Wellicht ook omdat men het tetragram gevolgd door vervloeken niet wilde opschrijven of uitspreken. Ook vervloeken is mogelijk als vertaling. Verg. 1 Kon. 21,10 en Psalm 10, 3. | 6 | Muraoka §113e | 7 | Een begrip dat slechts enkele malen voorkomt. In Genesis 6: 2 verwijst het naar een mythologische voorstelling van een godenwereld zoals die in het Oude Testament is verondersteld, bijvoorbeeld in Psalm 29:1 en ook in Job 2:1. Met kinderen van god is aangeduid dat het wezens betreft die behoren tot de categorie van de goden. Ook wel gezien als een goddelijke hofhouding of de hemelse raad. | 8 | Je kunt het Hebreeuws שָּׂטָ֔ן Satan als eigen naam beschouwen maar ook als zelfstandig naamwoord van het gelijkluidende werkwoord dat zoiets betekent als vijandig tegemoet treden, aanklagen. Ik heb gekozen voor uitdager. Fokkelman kies voor aanklager Buber kiest Hinderer en veel andere vertalingen laten de naam staan. LXX heeft het over διάβολος. | 9 | Het Hebreeuws kent niet als het Nederlands beleefdheidsvormen. Ik heb in de geest van de uitdagende en provocerende woordenwisseling ervoor gekozen hier wederzijds te jijen en jouwen. Iemand die het gezag tart spreekt dit gezag niet in de beleefdheidsvorm aan. Dat staat los van het door ons mensen aanspreken van God met U. | 10 | Letterlijk: je hart geplaatst op | 11 | פָּרַ֥ץ heeft iets van stuk gaan, breken wat ik meer vind dan zich erg uitbreiden. | 12 | Hier weer hetzelfde gebruik van בָּרַךְ als in vers 5. | 13 | De eerstgeborene | 14 | Vuur van God lijkt mij hier niet op zijn plaats. Verg. vers 12. | 15 | en zie staat er maar ik geef de voorkeur om de Aufmerksamkeitserregung zoals benadrukt door Piet van Midden hier anders in te kleuren | 16 | Er staat, net als in de verzen 15, 16 en 17, נְּעָרִ֖ים . Eerder vertaald met knechten (15 en 17) resp. herdersjongens (16) maar hier met jongelui, d.w.z. jongens en meisjes. Ook Oussoren kiest daarvoor. Dat ook de kinderen van Job tot de slachtoffers behoren staat er niet. Ik leid dit af uit de totale ineenstorting van het huis en het gegeven dat er slechts één persoon is ontkomen en vind bevestiging in Job 42: 13 waar — opnieuw(!) — staat dat Job zeven zonen en drie dochters kreeg. | 17 | een woord dat slechts driemaal voorkomt, (twee maal in Job, ook Job 24: 12 en eenmaal in Jer. 23: 13 en dat vermoed wordt iets onwelgevalligs, onaangenaams, ergerlijks te betekenen. Fokkelman vertaalt gaf hij God geen ongepaste reactie |
|