aanmelden
Schriftlezing
website van de Dirk Monshouwer Stichting
H | 1e van de Herfst | Leesrooster | M | Contact
Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
d Bijbelvertalingen
Gesorteerd op:
Bijbels
d Exegeses
Gesorteerd op:
Bijbels
Nieuws
d Links
Hoe kan ik ...
6e van Pasen, 6 mei 2018
Genesis 8,1-14
Vertaling
1Toen was God Noach indachtig
en alle wilde dieren en al het vee
die bij hem waren in de ark;
en God1 liet wind over de aarde gaan
en de wateren2 werden kalm.
2En de bronnen van de oervloed
en de sluizen3 van de hemelen werden toegesloten;
en de regen vanuit de hemel werd beëindigd.
3En de wateren keerden terug van op de aarde, steeds4 meer;
en5 de wateren namen af
na6 verloop van honderdvijftig dagen.
4En de ark kwam te liggen7 in de zevende maand
op de zeventiende dag van de maand
op de bergen van Ararat.
5En de wateren namen8 steeds verder af
tot de tiende maand;
in de tiende op een9 van de maand
werden de toppen van de bergen gezien.
6En het geschiedde na10 verloop van veertig dagen
en Noach opende
het venster11 van de ark dat12 hij gemaakt had.
7En hij stuurde de raaf weg
en hij ging uit, telkens13 weer
tot het opdrogen van de wateren waren op de aarde.
8En hij stuurde de duif bij hem vandaan
om te zien of de wateren minder14 waren geworden
op het oppervlak van de akker15 .
9Maar niet vond de duif een rustplaats16 voor haar voetzool
en zij keerde terug naar hem naar de ark,
want wateren waren op het oppervlak van heel de aarde;
en hij strekte zijn hand en hij pakte haar
en hij bracht haar naar zich in de ark.
10En hij wachtte nog
zeven volgende dagen
en stuurde de duif opnieuw uit de ark.
11En de duif kwam bij hem ten tijde van de avond
en zie, een vers geplukt blad van een olijfboom in haar snavel
en Noach wist
dat de wateren minder waren geworden op de aarde.
12En hij wachtte nog
zeven volgende dagen
en hij stuurde de duif weg
en zij keerde niet meer tot hem terug.
13En het geschiedde in het zeshonderdeerste jaar
in17 de eerste, op een van de maand
dat de wateren op de aarde waren opgedroogd;
en Noach verwijderde18 het deksel van de ark
en hij keek en zie, opgedroogd was het oppervlak van de akker19 .
14En in de tweede maand
op de zevenentwintigste dag van de maand
was de aarde droog (geworden).
Noten
1God liet wind over de aarde gaan: Alternatieve vertaling: ‘God liet het waaien’
2wateren: Het meervoud ‘wateren’, en niet ‘water’, want het gaat om een watermassa van kosmische omvang.
3sluizen: Bij de beschrijving van de schepping worden deze nog niet genoemd, maar pas aan het begin van de beschrijving van de zondvloed (Gen. 7,1). In 2 Kon. 7:2 en 19 wordt minstens de suggestie gewekt dat deze sluizen ten tijde van Elisa nog niet bestonden.
4steeds meer: Lett.: ‘te gaan en terug te keren’ of ‘(een) gaan en terugkeren’. Z. ook de aantt. bij vv. 5aα en 7bα.
5en de wateren namen af: Z. v. 5α.
6na verloop van: Lett.: ‘aan het einde van …’.
7liggen: In het Hebreeuws heeft dit de connotatie ‘kwam te rusten’. Ditzelfde werkwoord (in de hifʽil) staat ook in Gen. 2,15: ‘… en plaatste hem in de tuin van Eden’ en zo lijkt er een verband tussen 8,4 en 2,15 te zijn. Ook gaan de naam ‘Noach’ en de stam van het werkwoord voor ‘komen te liggen’ (‘komen te rusten’) N-W-CH, terug op dezelfde wortel, hoewel de naam Noach in Gen. 5,29 met ‘troosten’ (N-CH-M) in verband gebracht wordt. Men zou verwachten dat hij dan niet Noach, maar Nachoem (Nahum; z. Nah. 1,1) zou heten.
8namen steeds verder af: Lett.: ‘waren te gaan en af te nemen’ Z. de aantt. bij v. 3a en 7bα.
9een: Moet dit opgevat worden als ‘dag een’? Z. ook de aant. bij v. 13.
10na verloop van: Z. de aant. bij v. 3. Het Hebreeuws heeft twee verschillende woorden, qetseh in v. 3 en qeets hier, maar die verschillen niet (sterk) in betekenis.
11venster: Bij de bouw van de ark is dit venster niet ter sprake gekomen (in Gen. 6,16 wordt in ieder geval een ander woord gebruikt, dat mogelijk een synoniem is). Het gaat hier klaarblijkelijk om een luik voor een venstergat (waar uiteraard geen ruit in zat); vgl. 2 Kon. 13,17; z. ook Jer. 9,20; 22,14; Joël 2,9.
12dat: Het ‘maken’ moet niet op de ark (immers: het laatstgenoemde) betrokken worden, maar op ‘het venster’. De Masoreten lezen ‘het venster van de ark’ als één geheel.
13telkens weer: Lett.: ‘uit te gaan en terug te keren’ of ‘(een) uitgaan en terugkeren’; z. ook de aantt. bij vv. 3a en 5aα.
14minder: Z. ook v. 11.
15akker: In vv. 8 en 13 gaat het over de אֲדָמָה; in vv. 1,3,7,9, 11, 13 en 14 over de אֶרֶץ.
16rustplaats: Hebr. manoach. Ook in dit woord is de stam N-W-CH te herkennen; z. de aant. bij v. 4.
17in de eerste, op een van de maand: Moet dit gelezen worden als ‘op de eerste dag van de eerste maand’ (NBV)? Beter lijkt: ‘in de eerste , op een van de maand’. Dat בָּרִאשׁוֹן ‘aan het begin’ (zo de Naardense Bijbel) betekent, lijkt onwaarschijnlijk. Z. nog v. 5.
18verwijderde het deksel van de ark: Dit doet denken aan ‘Hij haalde het deksel van de kist’ (z. nog de vertaling van Gen. 6,16 door Henk van Olst voor 29 april 2018 op deze website).
19akker: z. de aant. bij v. 8.
Afdrukken | vertaling door L vd Bogaard | bij 6e van Pasen
Laatste wijziging 6 May 2018 13:35:14
Reacties:
Kees Meijer: Jaar- en maandtelling in vers 13 [2018-04-29 14:51:06]
Je vraagt je af hoe je 'op de eerste op een' moet interpreteren.
Bij dit soort vragen kijk ik altijd even bij Buber-Rosenzweig hoe zij de tekst in 'Die Schrift' vertalen.
"Im sechshundertundersten Jahr, im Anfangsmonat, am ersten Tag auf die Neuung". Dan kom je inderdaad op de eerste dag één van dat jaar.
De Misjna noemt die maand, Nisan, de zevende maand. De Thora (specifiek Exodus 12: 1,2) noemt Nisan de eerste maand, de maand van de Pesach.
De overlevering zegt dat de joodse telling van de jaren is begonnen 'in den beginne' bij het spreken van de woorden over het Licht — avond en dag. Claus Westermann, BKAT I,1 schrijft zowel Gen 1,3 als 9,13 aan P toe. Je zou misschien kunnen zeggen: Die eerste dag één (in het jaar 601 van de schepping) is 'de verjaardag van de aarde'. Op die dag wordt de schepping hernieuwd na de zondvloed. Of is dat insegese?

Andere vertalingen: Gen. 8,6-16 [OT] , Gen. 8,6-16 [OT] , Gen. 8,1-5 [OT-alt] , Gen. 8,6-22 [OT-alt] , Gen. 8,6-16 [OT] , Gen. 8,6-16 [OT] , Gen. 8,6-16 [OT]

6e van Pasen - wit
Geen afbeelding opgegeven.

Overige teksten:

Gen. 8,1-14 [OT-alt]
Jes. 45,15-19 [OT]
1Joh. 4,7-21 [Epistel]

Deze site heeft 234 leden, waarvan 4 online; Bezoekers : vandaag: 377; Colofon