1e van de 40 dagen, 18 februari 2018
Marcus 1,12-15
Inleiding
Beproeving in de woestijn
Vertaling
12Gelijk1 wierp de geest hem uit2 de woestijn in.
13Hij was in de woestijn veertig dagen
beproefd door satan3 .
Hij was bij de wilde dieren
en de boden4 dienden5 hem.
14Na het overleveren6 van Johannes,7
kwam Jezus naar Galilea8
om het evangelie9 van God te verkondigen:
15Vervuld is de tijd10
en nabijgekomen11 is het koningschap van God.
Keer je om12
en heb vertrouwen in13 het evangelie.
Noten
1 | εὐθὺς — heb ik in verband met het "gelijkmaken" van de messiaanse weg Mar. 1:3, die loopt van (1:11) en naar Galilea met "gelijk" vertaald, zo ook Hemelsoet. Gelijk, i.i.t. "terstond" SV en Naastepad of "meteen daarna" NBV. | 2 | ἐκβάλλω — na de ἀγαπητός uit vers 11 nu de uitgestotene, uitgeworpene, gelijk na de uitverkiezing volgt de uitwerping. Verder gebruikt bij demonen Mar. 1:39, 3:15, 22, 9:38, satan Mar. 3:23 en wisselaars Mar. 11:15 | 3 | Mk vertelt als enige niet waaruit die beproeving bestaat | 4 | mijn keuze voor boden (zie het Elia verhaal: "bode" van de koningin en dan hetzelfde woord meteen daarna voor de "engel" van JHWH) om verband met vleugels e.d. te vermijden | 5 | διακονέω — is meer dan "zorgen voor" zoals in NBV | 6 | niet "gevangen nemen" zoals in NBV, dat staat in Mar. 6:17. Overleveren bijna altijd gereserveerd voor de mensenzoon, door Judas (Mar. 14:44), aan (Mar. 15:2) en door (Mar. 15:15) Pilatus | 7 | Naastepad: “nadat men Johannes had overgeleverd” | 8 | Galilea — streek, als soortnaam, maar wordt een eigen naam met denigrerende betekenis. De messiaanse weg gaat (Mar. 1:9) uit Galilea weer naar (Mar. 1:14) Galilea | 9 | evangelie: 8x bij Mk, 4x bij Mt, niet bij Lk en Jh. Hebr. BSR – blijde boodschap brengen | 10 | καιρός vervulde tijd, i.t.t. χρονόϛ | 11 | ἐγγίζω — nabijkomen, naderen, zo ook: dichtbij Jeruzalem (Mar. 11:1)en “hij die mij overlevert (!) is nabij (Mar. 14:42) | 12 | omkeren heeft ook een letterlijke ommezwaai tot gevolg; "kom tot inkeer" zoals in NBV blijft helemaal aan de binnenkant | 13 | ἐν τῷ εὐαγγελίῳ "niet zozeer de inhoud van geloof, maar de ruimte waarin geloven mogelijk is" Naastepad |
|