Allerheiligen, 1 november 2017
Daniël 12,1-3
Vertaling
1In die tijd zal Michaël gaan staan, de grote vorst
die de zonen van je volk bijstaat;1
– het zal een tijd van benauwdheid zijn
zoals er niet geweest is sinds er een natie bestaat tot aan die tijd.
In die tijd zal je volk ontkomen
ieder die gevonden wordt [als] opgeschreven in het boek2 .
2Velen van wie slapen in het aardstof zullen ontwaken
sommigen tot eeuwig3 leven,
anderen tot schande, tot eeuwige verschrikking.4
3De verstandigen zullen schitteren als de schittering van het uitspansel
en zij die velen5 tot rechtvaardigheid brachten6
[zullen stralen] als de sterren, voor eeuwig en altijd.
Noten
1 | Zo Naardense Bijbel. Let op herhaald עמד; ook mogelijk is ‘stáán voor’ (Piet van Midden). | 2 | Vgl. Op. 20:12-15. | 3 | Vgl. Buber ‘in Weltdauer’, niet de abstracte wiskundige eindeloosheid, maar eerder ‘aeon’. | 4 | Alleen nog Jes. 66:24, ook al een tekst vol verschrikking. | 5 | Lett. ‘de velen’. Het lidwoord kan een verwijzing zijn naar eerder genoemde velen, zoals die in vs. 2, wellicht zou je ‘die velen’ kunnen vertalen. | 6 | Of ‘op het rechte spoor brengen’ (Piet van Midden). |
|