Pinksteren, 4 juni 2017
Joël 2,21-32
Vertaling
21Vrees niet, jij akkerland!
Verheug je en wees blij,
want JHWH heeft grote dingen gedaan.
22Vrees niet, jullie dieren van het veld!
Want de weiden van de woestijn worden groen,
het geboomte zal vrucht1 dragen,
de wijnstok en vijgenboom zullen hun kracht geven.
23En jullie, kinderen van Sion, verheug je en wees blij in JHWH, jullie God
want hij zal jullie geven de regen op de rechte tijd
en hij zal voor jullie de regenstromen laten neerdalen,
de vroege en de late buien van in het begin.
24En de dorsvloeren zullen vol koren zijn
de persen van most en olie overlopen.
25Zo ik zal ik voor jullie de jaren goedmaken
waarin de sprinkhaan,
de vreetkever, het ongedierte, de rups (alles) opvrat:
mijn grote leger, dat ik onder jullie gezonden had.
26En jullie zullen volop en tot verzadiging eten
en loven de naam van JHWH, jullie God,
die bij jullie wonderbaarlijke dingen heeft gedaan.
Mijn volk zal niet meer te schande worden, tot in eeuwigheid.
27En jullie zullen weten, dat ik in het midden van Israël ben
en dat ik JHWH jullie God ben
en niemand anders.
Mijn volk zal niet meer te schande worden, tot in eeuwigheid.
28Het zal daarna als volgt geschieden:2
Ik zal mijn geest uitgieten over alle vlees.
Jullie zonen en jullie dochters zullen profeteren
jullie ouden zullen dromen dromen
jullie jonge mannen zullen visioenen zien.
29Ook over de slaven en over de dienstmeisjes
zal ik in die dagen mijn geest uitgieten.
30Ik zal mirakels geven aan de hemel en op de aarde:
Bloed, vuur en rookkolommen.
31De zon zal veranderd worden in duisternis
en de maan in bloed
vóór dat die grote en vreeswekkende dag van JHWH komt.
32En het zal geschieden:
Al wie de naam van JHWH aanroept, zal gered worden
want op de berg Sion en in Jeruzalem zal redding zijn
zoals JHWH gezegd heeft.
Onder de overlevenden3 zal hij zijn dien4 JHWH roept.
Noten
1 | Verdient de voorkeur boven 'zijn vrucht'. | 2 | de verzen 28 t/m 32 zijn in NBV/WV/Nb genummerd: Joël 3, 1-5 | 3 | Letterlijk: degenen die zijn weggerend. | 4 | Hier moet een naamvalsuitgang gezet worden om aan te geven dat JHWH subject van de zin is. Men kan eventueel ook de zin in het passivum zetten: die door JHWH geroepen wordt. |
|