40 dagen IV, 30 maart 2003
Johannes 6,1-15
Vertaling
1Hierna ging Jezus weg naar de overzijde van de zee van Tiberias in Galilea.
2Hem volgde een grote schare,
omdat zij de tekenen gezien hadden
die hij deed bij de zieken.
3Jezus ging de berg op
en ging daar zitten met zijn leerlingen.
4Het pascha, het feest van de Joden, was nabij.
5Jezus sloeg zijn ogen op,
zag dat een grote schare naar hem toe kwam.
Hij zegt tegen Philippus:
Waar moeten wij broden kopen opdat zij kunnen eten?
6Dat zei hij om hem op de proef te stellen,
want zelf wist hij wat hij ging doen.
7Philippus antwoordde hem:
Voor tweehonderd denariën brood is niet voldoende voor hen,
wil iedereen een stukje krijgen.
8Zegt één van zijn leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, tegen hem:
9er is hier een jochie
die twaalf gerstebroden heeft en twee visjes.
Maar ja, wat stelt dat voor bij zovelen?
10Jezus zei:
zorg ervoor dat de mensen gaan zitten.
Er was daar veel gras op die plaats.
Toen gingen de mannen zitten, ongeveer 5000 in getal.
11Jezus nam de broden,
dankte
en deelde uit aan de leerlingen,
zo deed hij ook met de vissen,
zoveel zij wilden
12Toen zij verzadigd waren
zegt hij tegen zijn leerlingen:
verzamelt de overgebleven brokken,
opdat er niets van verloren gaat.
13Dat deden zij
en zij vulden twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden die overgebleven waren
nadat men gegeten had.
14Toen de mensen zagen
wat voor een teken hij gedaan had
zeiden zij:
deze is waarachtig de profeet
die komende is tot de wereld.
15Maar toen Jezus doorkreeg
dat zij van plan waren te komen,
om hem mee te voeren
en hem koning te maken,
week hij opnieuw uit naar de berg, alleen.
40 dagen IV - rozerood
 Tintoretto (Venetië sept. of okt. 1518 – aldaar 31 mei 1594), Wonderbare spijziging Overige teksten: Ex. 7,8-25 [OT] Joh. 6,1-15 [Evangelie]
|