Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
Gesorteerd op: Bijbels
Gesorteerd op: Bijbels
Nieuws
Hoe kan ik ...
|
2e van de herfst, 28 september 2014
Matteüs 21,23-32
Inleiding
de bevoegdheid die naar de weg der gerechtigheid leidt
Vertaling
23Toen hij in de tempel was gegaan,
kwamen, terwijl hij aan het leren is1 ,
de overpriesters2 en de oudsten van het volk naar hem toe
en zeiden:
Met wat voor macht3 doe jij deze dingen en4
of wie heeft jou deze macht gegeven?5
24Jezus antwoordde en zei hen:
Ik6 zal jullie ook een uitspraak vragen en wanneer je mij dat zegt,
zal ook ik zeggen met wat voor macht ik deze dingen doe.
25De doop, die van Johannes7 , waar kwam die vandaan8 .?
Uit de hemel9 of uit de mensen?'
Zij overlegden met elkaar, zeggend:
Wanneer wij zeggen: uit de hemel, zal hij ons zeggen:
waarom hebben jullie hem dan niet vertrouwd?
26Maar wanneer wij zeggen: uit de mensen,
dan hebben wij de massa te vrezen,
want allen houden hem voor een profeet, Johannes.
27Zo antwoordden zij Jezus en zeiden:
Wij weten het niet !
Zo zei hij hen:
Dan zeg ik jullie niet met wat voor macht ik deze dingen doe.
28Maar wat denken jullie:
een mens heeft twee kinderen10 .
Toen hij bij de eerste kwam,
zei hij: kind, sta op11 vandaag12 , werk in de wijngaard.
29Deze antwoordde hem en zei:
ja, ik, heer.
Maar hij gaat niet.
30Toen hij bij de tweede kwam,
zei hij net zo en die antwoordde en zei:
ik wil niet13 .
Uiteindelijk14 kreeg hij er spijt van en hij ging15
31Wie van de twee heeft de wil gedaan16 van de vader17
Zij zeiden: De laatste!
Jezus zei hen:
Amen,ik zeg jullie dat tollenaars en hoeren
jullie voorgaan18 naar het koninkrijk van God.
32Want Johannes19 is naar jullie gekomen
op de weg van gerechtigheid20
en jullie hebben hem niet vertrouwd21 ;
maar de tollenaars en de hoeren
hebben hem vertrouwd.
Jullie echter, die het hebben gezien,
jullie hebben uiteindelijk geen spijt gekregen22 hem te vertrouwen.
Noten
1 | didaskonti | 2 | er is er eigenlijk maar één: Kajafas,Mat 26:57 | 3 | eksousia | 4 | kai i.i.t. Mk en Lk: | 5 | cf. Joh.2:18-19 | 6 | kagoo 2x allen bij Mt | 7 | cf. Mat3:7-12 | 8 | pothen cf. Mat13:54 | 9 | Breukelman over 'ouranou': Om het levende woord | 10 | tekna; cf. Ex4: 22 en Hos11:1 | 11 | upagoo; cf. Mat8: 4, 18: 15, 19: 21; 27: 65; 28: 10 | 12 | meron: heden, nu, vandaag, i.t.t. usteron: later in vers 30 | 13 | cf Sirach 3: 7 | 14 | usteron: op het laatst, i.t.t. meron: vandaag, nu, in vers 28 | 15 | precies omgedraaide versie: de eerste zegt nee, maar gaat wel en tweede zegt ja, maar gaat niet, zo vlgs. o.a. Diatesseron 167-169, kerkvaders Origenes, Eusebius, Hilarius, Cyrillus en Chrysostomos. Sluit aan bij joodse gelijkenis waarbij alleen Israel de Thora aanneemt en de andere volken niet: ze zeiden ja, maar deden het niet | 16 | poieo als kernwoord, Mat7:21-27; 19: 16; 20:1-16; 23:3 | 17 | cf. Mat7: 21 en 12: 50 | 18 | proagousin, praesens, het is gaande | 19 | cf. Mat3:13-17; 9:14-15; 11:7-15 | 20 | Mat3: 15 | 21 | tot driemaal toe sprake van vertrouwen op/in Johannes na 21: 25: vertrouwen hebben in de weg der gerechtigheid die door Johannes is duidelijk geworden | 22 | metmelomai: zich bedenken, spijt hebben, minder radicaal dan metanoeo, bekeren |
|