1 | Van het boek Jesus Sirach (Ben Sira, Ecclesiasticus) is tussen 1896 en heden ongeveer 70% in een Hebreeuwse versie teruggevonden. Van Sir. 35:1-10 is helaas geen Hebreeuws beschikbaar, zodat dit gedeelte vanuit het Grieks is vertaald. De vertaling van Sir. 35:11-22a is wel op basis van het Hebreeuws. Opvallende verschillen met de Griekse versie van dit gedeelte worden in de voetnoten gemeld. |
2 | dikaiosunè heeft hier niet de betekenis `gerechtigheid´, maar die van de praktische toepassing ervan: `aalmoes´ of `charitas´.] geeft brengt een dankoffer.
5=Een welgevallen voor de Heer is zich verre te houden van slechtheid
=en verzoening zich verre te houden van onrecht.
6=Verschijn niet leeg voor het aanschijn van de Heer
7=want dat alles is omwille{ charin heeft hier de functie van voorzetsel en moet dus niet in concordantie worden gebracht met `gunst´ in vers 3. |
3 | Letterlijk `met een goed oog´, d.w.z. `genereus´. |
4 | Hierna volgen we de Hebreeuwse tekst die een sterk afwijkende telling geeft ten opzichte van de Griekse tekst. We houden daarom de telling van de Griekse tekstedities aan, mede omdat deze in verreweg de meeste Bijbeledities wordt gevolgd. De telling van de Hebreeuwse tekstedities staat per vers in een noot. |
5 | H 9 |
6 | Grieks: `gave´. Men kan ook lezen: „werken”. |
7 | In de marge staan twee varianten: `jouw tiende´ en `jouw daden/werken´. |
8 | H 10 |
9 | In de marge: `aan God´ |
10 | Letterlijk: `met een goed oog en naar wat je hand in staat is´. |
11 | H 11 |
12 | In de marge bevindt zich een glosse die volgens de aanwijzing tussen vers 12 en 13 thuishoort: `Wie geeft aan een behoeftige leent aan JHWH / en wie is de bron van beloning anders dan hij?´ |
13 | H 12ab |
14 | H 12cd |
15 | Grieks: `onrechtvaardig offer´. |
16 | Grieks: `want de Heer is rechter´. |
17 | Letterlijk: `optilling van gezicht´. |
18 | H 13 |
19 | `Wanhoop”, zie Deut. 28:53-57. Griekse = tekst heeft: Hij luistert naar de bede van de ontrechte´. |
20 | H 14 |
21 | Grieks: `en de weduwe, wanneer zij haar tranen vergiet´ |
22 | H 15a |
23 | Dezelfde uitdrukking ook in Klaagl. 1:2. |
24 | H 15b |
25 | H 16 |
26 | Hebreeuws heeft hier ratsoon (`welbehagen´), zeer waarschijnlijk een verschrijving voor ratsoets (`mishandelde´); zie Deut. 28:33. |
27 | Grieks: `Wie dient in welbehagen, wordt aanvaard´. |
28 | Lees hier `ny (`arme´). Hebreeuws heeft hier `nn (`wolk´), een verschrijving veroorzaakt door dat woord in het volgende vers. |
29 | H 17 |
30 | Grieks: `hij is ontroostbaar zolang het niet aankomt´. |
31 | Grieks: `zal niet ophouden, totdat de Allerhoogste er aandacht aan schenkt´. |
32 | H 18 |
33 | Grieks: `hij ten gunste van de rechtvaardige oordeelt en dat oordeel uitvoert´. |
34 | Literatuur:
— Panc Beentjes, `30ste zondag door het jaar, cyclus C´, in: Panc Beentjes, Jesus, zoon van Sirach (Cahiers voor levensverdieping 41), Averbode 1982, 90-96.
— Panc Beentjes, „God is niet om te kopen (Sir. 35:14-26)´, in: Panc Beentjes, De wijsheid van Jesus Sirach, Budel 2006, 136-140.
— B.C. Gregory, `The Relationship between the Poor in Judea and Israel under foreign Rule. Sirach 25:14-26 among Second Temple Prayers and Hymns´, JSJ 42 (2011), 311-327. |