3e van de herfst, 6 oktober 2013
Lucas 17,1-10
Geloofsvertrouwen in God en in elkaar
Vertaling
Lukas 17:1-10
1Hij zei tot zijn leerlingen:
Het kan niet zo zijn dat er geen struikelblokken komen,
alleen: wee degene, door wie zij komen!
2Het zou beter voor hem zijn dat hem een molensteen om zijn hals gedaan was
en hij in zee geworpen werd,
dan dat hij een van deze kleintjes zou laten struikelen.
3Neemt uzelf in acht! Als je broeder1 zich tegen je misdraagt,
waarschuw hem dan, toont hij dan spijt, vergeef hem.
4En als hij zich zeven maal per dag tegen je misdraagt,
maar zeven maal zich tot je wendt, zeggend:
het spijt me;
dan zul je hem vergeven.
5De apostelen zeiden tot de Heer:
Vermeerder ons geloof.
6De Heer zei:
Als jullie geloof hadden2 als een mosterdzaad,
dan zouden jullie tot deze moerbeiboom zeggen:
word gerooid en in de zee geplant,
en hij zou jullie gehoorzamen.
7Wie van jullie die een slaaf heeft die ploegt of de schapen hoedt,
zal als hij van het land thuiskomt, tot hem zeggen:
Kom meteen zitten en tast toe.
8Zal hij niet tot hem zeggen:
bereid wat ik eten zal, doe een schort voor om mij te bedienen
totdat ik gegeten en gedronken heb; daarna kun jij eten en drinken?
9Zou hij zijn slaaf dankbaar zijn dat hij heeft gedaan hetgeen hem is opgedragen?
10Zo ook met jullie:
wanneer jullie gedaan zullen hebben alles wat jullie is opgedragen,
zegt dan:
wij zijn onprijzenswaardige slaven3
wij hebben gedaan wat wij verplicht waren te doen.
Figuur: Twee vrouwen malen graan
Noten
1 | zuster vanzelfsprekend evenzo | 2 | indicativus praesens | 3 | dit is mogelijk een zinspeling op χρέος ελεύθερο, vrij van schuld |
|