Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
Gesorteerd op: Bijbels
Gesorteerd op: Bijbels
Nieuws
Hoe kan ik ...
|
1e van de herfst, 22 september 2013
Lucas 16,1-17
over vrienden maken en heren dienen
Vertaling
1Hij zei ook tot de leerlingen:
er was een zeker rijk mens,
die een rentmeester had.
Deze werd bij hem aangeklaagd,
omdat hij zijn vermogen verkwistte.
2Hij liet hem roepen en zei tot hem:
wat hoor ik over jou.. ?
Leg verantwoording af van je rentmeesterschap,
want anders kan je geen rentmeester meer zijn.
3De rentmeester zei bij zichzelf:
Wat zal ik doen,
want mijn heer ontneemt mij het rentmeesterschap?
Tot spitten ben ik niet in staat,
voor bedelen schaam ik mij.
4Ik weet al wat ik zal doen, opdat,
als ik uit het rentmeesterschap gezet word,
men mij in hun eigen huizen op zal nemen.
5En hij riep de schuldenaars
van zijn eigen heer één voor één tot zich,
en hij zei tot de eerste:
Hoeveel ben jij mijn heer schuldig ?
6Hij zei: honderd vaten olie !
En hij zei tot hem:
neem wat geschreven was1 tot je,
ga zitten en schrijf snel: vijftig !
7Daarna zei hij tot een ander:
Hoeveel ben jij schuldig ?
En hij zei: honderd mud tarwe
Hij zegt hem:
neem het geschrevene bij je en schrijf: tachtig !
8En de heer prees de rentmeester-van-onrechtmatige-zaken2 ,
omdat hij met verstand handelde,
want op hun eigen manier zijn de kinderen van deze eeuw,
verstandiger, dan de kinderen van het licht.
9Ook ik zeg jullie:
maak voor jezelf vrienden
uit de onrechtvaardige Mammon,
opdat wanneer die jullie in de steek laat,
men jullie in eeuwige tenten zal opnemen.
10Wie in weinig getrouw is,
is ook getrouw over veel.
11En wie onrechtvaardig is in het kleine,
die zal ook in het grote onrechtvaardig zijn.
Indien jullie je bij de onrechtvaardige Mammon al niet betrouwbaar tonen,
wie zal jullie dan het ware goed toevertrouwen ?
12En indien jullie tegenover wat van een ander is niet betrouwbaar zijn,
wie zal jullie dan geven wat ons eigen is ?
13Geen huisknecht kan twee heren dienen.
Want hij zal of de één haten en de ander liefhebben,
of hij zal zich bij deze aansluiten en gene verachten.
Je kunt niet God dienen én de Mammon.
14Al deze dingen hoorden de Farizeeën,
die belust op geld waren
en zij trokken de neus voor hem op.
15En hij zei tot hen:
jullie zijn bezig jezelf te rechtvaardigen voor de mensen,
maar God kent jullie harten.
Want wat hoog staat onder de mensen
is een gruwel voor God.
16De wet en de profeten zijn tot aan Johannes,
sindsdien wordt het evangelie van het Koninkrijk van God verkondigd
en ieder dringt zich er in.
17Gemakkelijker evenwel gaan hemel en aarde voorbij,
dan dat er van de wet één komma vervalt.
Noten
1 | ta grammata, het geschrevene in de zin van schuldbekentenis, maar wellicht ook als verwijzing naar de Wet en de profeten, zie vers 16-17 | 2 | twee substantiva in gen. verbinding: rentmeester van ongerechtigheid |
|