Zondag na Kerst, 30 december 2012
Galaten 3,23-29
Inleiding
Paulus zit middenin een betoog waarin hij een verbinding maakt tussen Abraham en Christus: de verbinding van de ‘pistis’, het geloof(svertrouwen). De ‘nomos’ (wet(sonderricht), Torah) is maar een tijdelijke hulpconstructie, volgens Paulus’ betoog.
Vertaling
23Voordat het geloofsvertrouwen kwam
werden wij onder 1 het wetsonderricht behoed 2 ,
samen weggesloten, gericht op het geloofsvertrouwen dat onthuld zou worden.
24Zo werd het wetsonderricht onze begeleider3 naar Christus toe4 ,
opdat wij uit geloofsvertrouwen 5 rechtvaardig werden.
25Nu het geloofsvertrouwen gekomen is,
zijn wij niet meer onder een begeleider.
26Want allen zijn jullie zonen-en-dochters van God
door het geloofsvertrouwen, in Christus Jezus 6 .
27Want zo sterk7 als jullie in Christus ondergedompeld zijn8 ,
zozeer hebben jullie je met Christus bekleed.
28Daarin is geen Jood noch Griek,
daarin is geen slaaf noch vrije,
daarin is geen mannelijk en vrouwelijk 9 –
want jullie allen – jullie 10 zijn één in Christus Jezus.
29Maar als11 jullie van Christus zijn,
dan zijn jullie dus zaad van Abraham,
volgens belofte: erfgenamen!
Noten
1 | letterlijk zo, plaatsaanduiding; zo ook in vs. 25 | 2 | woord met een positieve ondertoon, zo ook in Fil. 4:7 en IPetr. 1:5 | 3 | weer een positief woord | 4 | NBV ‘totdat Christus kwam’ is te weinig doelgericht | 5 | de NBV voegt ten onrechte in ‘ons’ en ‘op God’; de accenten komen zo theologisch verkeerd te liggen | 6 | de komma is essentieel: het gaat niet om ‘geloof in ...’, maar om het geloof dat realiteit wordt in de verbinding met...; de NBV zet ze door het woordje ‘en’ apart naast elkaar | 7 | ‘zozeer’ | 8 | het gaat om een beweging, ‘eis’ | 9 | dat is iets anders dan ‘mannen en vrouwen’ (NBV) | 10 | benadrukt met ‘humeis’ | 11 | NBV ‘omdat’ |
|