Dertiende zondag van de zomer, 16 september 2012
Marcus 9,14-29
Een mens in wanhoop
Inleiding
Het discussiëren van de schriftgeleerden is het samen zoeken naar de uitleg van Tenach (d-r-sj). Ze zoeken de Midrasj van een tekstgedeelte.
Een geest van niet-spreken klinkt anders dan een 'stomme' gest; onze NL taal verschuift ook. Een geest van zwijgen kan ook niet; dat zou ook een bewuste keuze van iemand kunnen zijn. Het gaat om onvermogen tot spreken.
Vertaling
14Toen ze bij de leerlingen kwamen
zagen ze een grote menigte om hen heen
en ook schriftgeleerden bij hen,
aan het discussiëren.
15Direct was heel de menigte,
toen ze hem zagen, ontsteld;
ze liepen op hem toe
en begroetten hem.
16Hij vroeg hen:
Wat discussiëren jullie bij hen?
17Eén uit de menigte antwoordde hem:
Meester, ik heb mijn zoon bij u gebracht;
hij heeft een geest van niet-spreken;
18steeds wanneer die hem aangrijpt,
breekt hij hem open en dan schuimt hij,
hij knarst met de tanden en wordt slap.
Ik zei uw leerlingen hem uit te drijven,
maar ze waren er niet toe in staat.
19Hij antwoordde hen:
O ongelovig geslacht!
Tot wanneer moet ik bij jullie zijn?
Tot wanneer houd ik het uit met jullie?
Breng hem bij me.
20Ze brachten hem bij hem.
Toen de geest hem zag,
deed hij hem stuiptrekken;
hij viel op de grond
en rolde schuimend heen en weer.
21Hij vroeg z’n vader:
Hoe lang is het al
dat hem dit gebeurt?
Hij zei:
Van kindsbeen af;
22vaak heeft hij hem
in vuur en in water gedreven
om hem om te brengen;
maar als u kunt, help ons dan,
ontferm u over ons!
23Jezus zei hem:
Wat nou: ‘als u kunt’?
alles is mogelijk voor wie gelooft.
24Direct riep de vader van het kind:
Ik geloof! Help mijn ongeloof!
25Jezus zag
dat een hele menigte was samengelopen.
Hij bestrafte de onreine geest:
Stomme geest van niet-spreken,
ik gebied je: ga wèg uit hem;
je komt niet meer bij hem binnen!
26Schreeuwend en stuiptrekkend ging hij weg;
hij werd een dode gelijk,
zodat velen zeiden dat hij gestorven was.
27Jezus greep hem bij de hand
en wekte hem
en hij stond op.
28Hij ging een huis binnen;
toen ze onder elkaar waren,
vroegen zijn leerlingen hem:
Hoezo dat wij hem niet konden uitdrijven?
29Hij zei tot hen:
dit soort kan alleen
in gebed uitgedreven worden….
|