aanmelden
Schriftlezing
website van de Dirk Monshouwer Stichting
H | Trinitatis | Leesrooster | M | Contact
Rubrieken
Agenda
De DM-Stichting
d Bijbelvertalingen
Gesorteerd op:
Bijbels
d Exegeses
Gesorteerd op:
Bijbels
Nieuws
d Links
Hoe kan ik ...
Paasnacht, 3 april 2021
Genesis 1,1-31
Vertaling
1In1 den beginne schiep God de hemel en de aarde.

2De aarde nu was wirwar en wanorde
duisternis over de baaierd
en Gods geest zwevend over de wateren.
3God zei:
Er zij licht!
En er was licht.
4God zag het licht, het was goed.
God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis.
5God riep tot het licht:
Dag
en tot de duisternis riep hij:
Nacht.
Het werd avond, het werd morgen, een dag.

6God zei:
Er zij een gewelf te midden van de wateren
dit zij tot scheiding tussen wateren en wateren.
7God maakte het gewelf
en maakte scheiding tussen de wateren onder het gewelf
en de wateren boven het gewelf.
En het was zo.
8God riep tot het gewelf
Hemel.
Het werd avond, het werd morgen, een tweede dag.

9God zei:
Laten de wateren onder de hemel zich verzamelen op één plaats
opdat het droge zich laat zien.
En het was zo.
10God riep tot het droge:
Aarde
en tot de verzameling der wateren riep hij:
Zeeën.
God zag dat het goed was.
11God zei:
Laat de aarde groen doen groeien
gewas dat zaad geeft
vruchtbomen die naar hun aard vrucht zetten waarin hun zaad is
op de aarde.
En het was zo.
12De aarde bracht groen voort
gewas dat zaad geeft naar zijn aard
bomen die vrucht zetten waarin hun zaad is, naar hun aard.
God zag dat het goed was.
13Het werd avond, het werd morgen, een derde dag.

14God zei:
Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf
om scheiding te maken tussen de dag en de nacht.
Zij zullen zijn tot tekenen voor feesttijden
voor dagen en jaren.
15En zij zullen zijn tot lichten aan het hemelgewelf
om licht te geven op de aarde.
En het was zo.
16God maakte de twee grote lichten
het grote licht tot heerschappij over de dag
en het kleine licht tot heerschappij over de nacht
en de sterren.
17God stelde ze aan het hemelgewelf
om licht te geven op de aarde
18om te heersen over de dag en over de nacht
en scheiding te maken tussen het licht en de duisternis.
God zag dat het goed was.
19Het werd avond, het werd morgen, een vierde dag.

20God zei:
Laten de wateren wemelen van gewemel, levende wezens
en laat gevogelte vliegen boven de aarde
langs het hemelgewelf.
21God schiep de grote monsters
en al de krioelende levende wezens
waarvan de wateren wemelen naar hun aard
en al het gevleugeld gevogelte naar zijn aard.
God zag dat het goed was.
22God zegende hen:
Wees vruchtbaar, vermeerder je, vervul de wateren in de zeeën
en laat het gevogelte zich vermeerderen op de aarde.
23Het werd avond, het werd morgen, een vijfde dag.

24God zei:
Laat de aarde levende wezens voortbrengen naar hun aard:
vee, krioelend gedierte en wild gedierte van de aarde, naar zijn aard.
En het was zo.
25God maakte het wild gedierte van de aarde naar zijn aard
en het vee naar zijn aard
en al het krioelend gedierte op de akker naar zijn aard.
God zag dat het goed was.
26God zei:
Laat ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis
dat zij beheersen de vissen van de zee
het gevogelte van de hemel
en het vee, de gehele aarde
en al het krioelend gedierte, dat krioelt op de aarde.
27God schiep de mens naar zijn beeld
naar het beeld Gods schiep hij hem
mannelijk en vrouwelijk schiep hij hen.
28God zegende hen en God zei tot hen:
Wees vruchtbaar, vermeerder je, vervul de aarde
en onderwerp haar
beheers de vissen van de zee
het gevogelte van de hemel
en al het gedierte dat krioelt op de aarde.
29God zei:
Zie, ik geef aan jullie al het zaaddragende gewas
dat over het aangezicht van de gehele aarde is
en al het geboomte waaraan zaaddragende boomvrucht is:
het zal jullie tot eten zijn;
30en aan al het wild gedierte van de aarde
aan al het gevogelte van de hemel
en aan al wat krioelt op de aarde dat met leven is bezield:
al het groene gewas tot eten.
En het was zo.
31God zag alles wat hij had gemaakt
en zie: het was zeer goed!
Het werd avond, het werd morgen, de zesde dag.
(Gen. 2)
1Voltooid werden de hemel en de aarde en al hun heir.
2God voltooide op de zevende dag het werk dat hij had gemaakt:
hij hield op de zevende dag op met al het werk dat hij had gemaakt.
3God zegende de zevende dag, hij heiligde die
want toen hield hij op met al zijn werk, dat God schiep door het te maken.
Noten
1Vertaling afkomstig uit: Genesis, Hebreeuwse tekst en Nederlandse vertaling. NBG/KBS/Societas Hebraica Amstelodamensis 1999
Afdrukken | Vertaler onbekend | bij Paasnacht
Laatste wijziging 4 Mar 2021 15:14:30
Reacties: nog geen reactie. Gebruik, als u bent ingelogd, b om te reageren.
Andere vertalingen: Gen. 1,1-31 [OT] , Gen. 1,1-31 [OT] , Gen. 1,1-31 [OT] , Gen. 1,1-31 [OT] , Gen. 1,1-31 [OT] , Gen. 1,9-13 [OT-alt] , Gen. 1,1-31 [OT-alt] , Gen. 1,1-31 [OT] , Gen. 1,1-31 [OT] , Gen. 1,1-31 [OT] , Gen. 1,1-31 [OT]

Paasnacht - wit
Geen afbeelding opgegeven.

Overige teksten:

Sef. 3,12-20 [OT]
Ex. 14,15-31 [OT]
Jes. 55,1-11 [OT]
Gen. 1,1-31 [OT]
Ez. 36,24-28 [OT]
Jes. 54,4-14 [OT]
Mar. 16,1-8 [Evangelie]

Deze site heeft 233 leden, waarvan 1 online; Bezoekers : vandaag: 973; Colofon