Zesde zondag van de Veertig dagen, 17 april 2011
Matteüs 21,1-11
op een ezel met een veulen
Inleiding
Van de synoptici is Matteus de enige die Jezus intocht koppelt aan een citaat uit de profeet Zacharja 9:9. Ook Johannes geeft een verwijzing (maar beknopter) naar deze tekst, die ´de dochter van Sion´ aanspreekt. Het koninklijke rijdier in tweevoud ´op een ezel en op een veulen..´ wordt door Matteus consequent aan vastgehouden. Zodat ook Jezus tenslotte op twee rijdieren terecht komt(vs.8).
Is deze wijze van vertellen te wijten aan een slaafse schriftopvatting, of zijn we hier getuige van een doordachte en betekenisvolle compositie ?
Vertaling
Vertaling voor Schriftlezing: Matteus 21:1-11
1En toen zij Jeruzalem naderden
en in Bethfage kwamen,
aan de olijfberg,
zond Jezus twee leerlingen uit en zei tot hen:
2Ga op weg naar het dorp,
dat tegenover jullie is,
en meteen zullen jullie
een vastgebonden ezel vinden,
met haar veulen,
maak die los en voer ze tot mij.
3En als iemand jullie zegt: Waarom ?
dan zullen jullie zeggen:
De heer heeft hen nodig.
Hij zal hen evenwel meteen terugzenden1
4Dit is gebeurd,
opdat vervuld zou worden,
wat gesproken is door de profeet, die zegt:
5‘Spreek tot de dochter van Sion:
zie, je koning komt tot je
zachtmoedig, rijdend op een ezel
en op een veulen, het jong van een lastdier.’
6De leerlingen gingen op weg
en zij deden zoals Jezus hun opgedragen had:
zij voerden de ezel en het veulen mee,
7en legden hun gewaden op hen,
en hij ging boven op hen zitten.2
8Er was een zeer grote menigte,
en velen spreidden hun eigen gewaden op de weg,
anderen sloegen takken van de bomen,
en gingen die op de weg spreiden.
9De menigten evenwel,
die hem vooruitgingen én die navolgden,
riepen het uit, zeggend:
‘Hosanna voor de zoon van David’
gezegend die komt in de naam van de HEER,
hosanna in de hoge’
10En toen hij Jeruzalem binnenkwam,
was heel de stad geschokt en zei men:
11Wie is dit ?
Maar de menigten zeiden:
Dit is de profeet, Jezus,
uit Nazareth in Galilea.
Noten
1 | of:men zal hen direct meezenden | 2 | bijna alle vertaling kiezen ervoor om ´autoon´ op de gewaden te betrekken, maar zowel taalkundig als exegetisch blijft dit gekunsteld, vgl. de parallellen in Mc.11, Lc. 19 en Joh.12 |
|