Negende zondag van de herfst, 19 november 2006
Marcus 12,38-44
Vertaling
38Bij zijn onderricht zei hij eens:
Neem je in acht voor de schriftgeleerden.
Zij wandelen graag in lange gewaden
en willen dat men hen op straat eerbiedig groet.
39In de synagogen nemen ze graag de eerste plaatsen in
en bij feestmalen de ereplaatsen.
40Zij verslinden de huizen der weduwen
en bidden voor de schijn lange gebeden.
Zij zullen een des te zwaarder vonnis ontvangen.
41En hij ging tegenover de offerkist1 zitten
en bekeek hoe de mensen kopergeld in de offerkist wierpen.
vele rijken wierpen er veel in.
42Toen kwam één arme vrouw, een weduwe
en zij wierp er twee koperstukjes in;
samen nog geen cent.
43Toen riep hij zijn leerlingen erbij
en zei tegen hen:
Waarachtig,
deze arme weduwe heeft meer gegeven
dan al de anderen die iets in de offerkist hebben geworpen.
44Want allen hebben er iets in geworpen
vanuit hun overvloed,
maar zij heeft vanuit haar armoede
alles wat zij had erin geworpen.
haar hele levensonderhoud.
13
1Toen hij uit de tempel ging
zei één van zijn leerlingen tegen hem:
Meester, kijk eens, wat een stenen!
En wat een gebouwen!
2Maar Jezus zei tegen hem:
Zie je die grote gebouwen?
Geen steen zal op de andere gelaten worden,
die niet zal worden afgebroken.
Noten
1 | De vertaling 'offerkist' is onzeker. γαζοφυλάκιον betekent lett. 'schatkamer'. De uitdrukking, meestal vertaald als 'geld in de offerkist werpen', zou kunnen betekenen: '(geld) overhandigen in de schatkamer' n.l. aan de priester aldaar. |
|