Negende zondag van de herfst, 14 november 2010
Haggai
Mijn Geest in jullie midden!
Vertaling
1In de zevende (maand) op de eenentwintigste (dag) van die maand
geschiedde het woord van JHWH bij monde van1 Haggai, de profeet:
2Spreek toch tot Zerubbabel, de zoon van Saltiël, gouverneur van Juda
en tot Jozua, de zoon van Josadak, de hogepriester
en tot wie van het volk is overgebleven aldus:
3Wie is er onder jullie nog over
die dit Huis nog in zijn vroegere heerlijkheid heeft gezien?
En hoe zien jullie het nú?
Is het, daarmee vergeleken, niet als niets in jullie ogen?
4Nu dan, houd vol, Zerubbabel! — luidt het woord van JHWH;
Houd vol, Jozua, zoon van Josadak, hogepriester.2
Houd vol, jullie allen, volk van het land — luidt het woord van JHWH,
en werk!
Want ik ben met jullie!
— luidt het woord van JHWH der Legerscharen
5 mèt het woord waarmee ik [mijn verbond] met jullie sloot,
toen jullie uit Egypte trokken —
Mijn Geest blijft bestendig in jullie midden!
Vrees niet!
6Want — zo spreekt JHWH der Legerscharen:
Nog even, binnenkort zal ik de hemel en de aarde,
de zee en het droge laten beven;
7alle volken laat ik beven!
Dan komen de kostbaarheden van alle volken
en vul ik dit Huis met heerlijkheid
— zegt JHWH der Legerscharen.
8Van mij is het zilver, van mij het goud
— luidt het woord van JHWH der Legerscharen.
9Groot zal zijn de heerlijkheid van dit Huis,
de toekomstige (groter nog) dan de vorige
— zegt JHWH der Legerscharen.
En op deze plaats zal ik vrede geven
— luidt het woord van JHWH der Legerscharen!
Noten
1 | Letterlijk `door de hand van´. Zie ook bij de vertaling van Haggai 1. | 2 | Omdat Jozua met zijn ambtsnaam hier wordt toegesproken, is het lidwoord weggelaten! |
|