Derde zondag van de herfst, 8 oktober 2006
Marcus 10,1-16
Wat God tot één span heeft gemaakt...
Inleiding
over de gelijkwaardigheid van man en vrouw
niet loslaten maar omarmen, vasthouden en zegenen
Vertaling
1Nadat hij vandaar was opgestaan,
is hij naar het gebied van Judea gegaan,
aan de overzijde van de Jordaan.
De menigte kwam weer bij hem samen
en zoals hij gewoon was, begon hij hen weer te leren.
2Toen Farizeeën erbij waren gekomen, begonnen zij hem te vragen
of het een man vrij staat een vrouw los te laten
— om hem op de proef te stellen.
3Hij geeft hen ten antwoord:
Wat beveelt Mozes jullie?
4waarop zij zeggen:
Mozes staat toe een brief van scheiding te schrijven
en los te laten
5Dan zegt Jezus tegen hen:
Tegen jullie hartsverharding schrijft hij jullie dit bevel.
6Als beginsel van de schepping maakt hij hen mannelijk en vrouwelijk:
7daarom zal een mens zijn vader en zijn moeder verlaten
[en zich aan zijn vrouw hechten]
8en zij tweeën zullen tot één vlees zijn,
zodat ze niet meer twee maar één vlees zijn1 .
9Wat God dus tot één span2 heeft gemaakt,
moet de mens niet verdelen.
10Weer in het huis vragen zijn leerlingen hem daarover
11Hij zegt tegen hen:
Wie zijn vrouw loslaat
en een andere huwt,
breekt tegenover haar de echt3
12en als zij haar man loslaat
en een ander huwt,
breekt zij de echt.
13Toen brachten zij kinderen naar hem toe,
opdat hij ze zou aanraken,
maar de leerlingen bestraften hen.
14Toen Jezus dat zag,
protesteerde hij en zei hen:
Laat de kinderen naar mij toe komen
en houdt ze niet tegen,
want van zulke [mensen] is het koningschap van God.
15Waarachtig, ik zeg jullie:
wie het koningschap van God niet ontvangt als een kind,
die zal daar niet binnenkomen.
16Hij slaat zijn arm om hen heen
en zegende hen
door ze de handen op te leggen.
Noten
1 | Genesis 2:24, Efeziërs 5:31 | 2 | De Griekse woordstam kan bijv. ook gebruikt worden voor een span ossen dat een kar trekt | 3 | De NBV spreekt hier van 'overspel' en geeft zo een onnodige moraliserende lading aan de vertaling mee |
|