Matteüs 6,1-21
- Vertaling: Klaas Eldering
- voor 14 februari 2018: Aswoensdag (B-jaar)
- uit Matteüs: Matteüs 6,1-21
1 Hoed je ervoor je gerechtigheid te doen
voor de ogen van de mensen,
om door hen gezien te worden;
als je dat doet, krijg je geen beloning
bij je vader in de hemelen.
2 Wanneer je aalmoezen geeft,
laat het dan niet voor je uitbazuinen,
zoals de schijnheiligen doen
in de synagogen en in de straten,
om door de mensen geprezen te worden;
echt, ik zeg je: ze hebben hun beloning al.
3 Wanneer je aalmoezen geeft,
laat dan je linkerhand niet weten
wat je rechterhand doet,
4 opdat je aalmoes verborgen blijft;
en je vader die in het verborgene ziet,
zal je belonen.
5 En wanneer je bidt,
wees dan niet als de schijnheiligen
die ervan houden in de synagogen
en op de hoeken van de straten
te staan bidden,
om op te vallen aan de mensen;
echt, ik zeg je: ze hebben hun beloning al.
6 Maar als je bidt, ga dan binnen zitten
en doe de deur dicht om te bidden
tot je vader in het verborgene;
en je vader die in het verborgene ziet,
zal je belonen.
7 Als je bidt, zwets dan niet zoals de heidenen,
want die menen door hun veelheid van woorden
verhoord te zullen woorden;
8 Doe het dus niet na;
want je vader weet wat je nodig hebt,
al vóór je het hem vraagt.