Efeziërs 3,1-13

 


Mede-treffen in het geheimenis…

1
Hiertoe ben ik, Paulus, voor jullie, heidenen,1
de gevangene van de Christus, Jezus,
2
-jullie hebben toch wel gehoord
over de mij verleende bediening2
van Gods genade aan jullie?
3
Want krachtens een openbaring is het geheimenis,
zoals ik in het kort hiervoor beschreven heb,
mij bekend geworden,
4
en lezende kunnen jullie tot begrip komen
van mijn mede-treffen3 in het geheimenis van de Christus,
5
wat in andere generaties aan de mensenkinderen
niet bekend is geworden,
zoals nu geopenbaard is door de Geest
aan zijn heilige apostelen en profeten:
6
namelijk dat ook de heidenen mede-erfgenamen,
mede-lidmaten en mede-deelgenoten zijn
van de belofte in Christus Jezus door het evangelie,
7
waarvan (ik) een dienaar geworden ben,
naar de mij verleende gave van Gods genade,
8
naar de werking van zijn kracht.
 
Aan mij, de minste van alle heiligen,
is deze genade gegeven,
om aan de heidenen het evangelie te verkondigen,
9
de onnaspeurlijke rijkdom van Christus,
en in het licht te stellen
wat de bediening van het geheimenis is,
dat voor eeuwen verborgen is geweest,
10
in de God,
die alle dingen heeft geschapen,
opdat nu aan de overheden en de machten in de hemelen,
bekend gemaakt zal worden door de gemeente,
de veelkleurige wijsheid van God
11
naar een voornemen van eeuwen,
dat daad geworden is, in Christus Jezus, onze Heer,
12
door wie wij het recht van spreken
en de toegang met vertrouwen hebben,
vanwege het geloof aan hem.
 
13
Dus bid ik jullie, niet moedeloos te worden
in mijn verdrukkingen voor jullie,
welken jullie tot eer zijn
 

Noten

  1. d.w.z. niet-Joden↩︎

  2. ekonomia: beheer,ordening↩︎

  3. inzicht, begrip, door de vorm met ´sun´, mede, vooruitwijzend naar het 3 x ´mede´ van vers 6↩︎

Scroll naar boven