Marcus 1,12-15

Inleiding

Marcus’ beschrijving van Jezus woestijnbeproeving door de satan is in vergelijking met Mattheus en Lucas zeer beknopt, maar juist Marcus meldt ons als enige het raadselachtige samenzijn tussen de wilde dieren en de engelen. Zie ook noot 3.

Vertaling

12
En direct drijft de Geest hem uit1
naar de woestijn.
13
In de eenzame woestenij was hij veertig dagen2,
terwijl hij op de proef gesteld werd door de satan.
Hij was er tussen de wilde dieren3,
en de (hemel)boden waren hem van dienst.
 
14
Nadat Johannes echter overgeleverd4 was,
ging Jezus naar Galilea.
Hij verkondigt er Gods vreugdeboodschap5:
15
Het tijdstip6 is in vervulling gegaan
en het koningschap van God is nabij gekomen;
dus keer je om en vertrouw je toe aan dit vreugdebericht!

Noten

  1. Het ‘ekballein’ zal bij Marcus nog regelmatig terugkeren met name m.b.t. demonen die Jezus uitwerpt (zie Mc 1:34, 39 en 43) maar deze eerste maal is Jezus zelf voorwerp van uitdrijving, door dezelfde Geest die op hem neerdaalde als een duif bij de doop in Mc. 1:10↩︎
  2. Parallel aan de veertig woestijnjaren tijdens de doortocht van het volk Israel met beproevingen, zie Ex. 16:4 en Deut. 8:2↩︎
  3. Deze wilde (verscheurende) dieren: thèrion hebben m.i. hun naaste analogie met de leeuwen van Daniel 6, waar ook sprake is van een (bescherm)engel (v.23). Wellicht had Marcus ook de beelden uit de Romeinse arena’s (zoals Colloseum) voor ogen.↩︎
  4. NBV vertaalt hier met ‘gevangen genomen’, dit is een interpreterende en ook beperkende vertaling. In hfdst. 14 vertaalt de NBV hetzelfde ww. ‘paradidonai’ met ‘uitleveren’, dat mij juister lijkt.↩︎
  5. ‘Evangelie’ hier vertaalt naar LXX weergave van het Hebreeuwse ‘BSR’ (pi’el), zie Jes. 52:7↩︎
  6. ”kairos’: de beslissende tijd, het momentum.↩︎
Scroll naar boven