Jeremia 7,21-28
- Vertaling: Joep Dubbink
- voor 3 september 2023: 11e van de zomer (A-jaar)
- uit Jeremia: Jeremia 7,21-28
Gehoor geven
Noten
-
Zie voor deze verzen mijn diss., Waar is de HEER? Dynamiek en actualiteit van het woord van JHWH bij Jeremia, Gorinchem (Narratio) 1997, 139-150. Van het vele daar besprokene slechts één hint: let op שׁמע, ‘horen’, ‘gehoor geven’, dat het motiefwoord is in deze perikoop.↩︎
-
Ook van de עלות, brandoffers, die normaliter geheel geofferd werden, vgl. 1 Sam 7:9, LXX ὁλοκαυτώματα, mag dus rustig gegeten worden. Fishbane, Biblical Interpretation, 306: de profeet roept op tot dubbele overtreding van de offerwetgeving, want van de עלות mag nooit gegeten worden, van de overige offers alleen door de priesters. In hoge mate ironisch bedoeld.↩︎
-
Stug Nederlands, maar zie het verband met het דבר, woord, dat JHWH wel geboden heeft, vs. 23.↩︎
-
‘(Voor)vaderen, voorgeslacht’, maar liefst 47x in Jer, en meestal negatief.↩︎
-
‘Al mijn knechten de profeten’ is staande uitdrukking in Jeremia, bijv. 7:13; 25:4; 26:5; 29:19; 35:15; 44:4 Daarnaast voor 2 Kon, o.a. 7:7.23 rond de val van Samaria. Meestal beschouwd als deuteronomistische term, vanuit deuteron. visie op de geschiedenis.↩︎
-
Lett. ‘vroeg opstaand en zendend’, NaBij ‘vroeg op de dag.’ De nadruk ligt op niet op de herhaling (NBV: telkens weer) maar op het feit dat JHWH niet laks is geweest.↩︎
-
Lett. ‘maakten hun nekken hard’, mogelijk ligt hier de oorsprong van deze uitdrukking). Een beeld voor onverbeterlijk handelen: Jer 17:23; 19:15; Deut 10:16. Vgl. 2 Kon 17:14, waar het slaat op de onverbeterlijkheid van het Noordrijk rond de wegvoering.↩︎
-
Jeremia deelt met Jesaja (6:10; 30:9) de verwachting dat zijn optreden bij voorbaat tot mislukken gedoemd is.↩︎
-
Met dank aan NaBij! Opmerkelijk dat er geen עם maar גוי staat, een woord dat eerder voor de heidenvolkeren wordt gebruikt. Het woord hoeft niet per se denigrerend te zijn, maar waar Jer het gebruikt voor Israël is dat wel altijd het geval: 5:9.29; 9:8. In 12:16-17 beide naast elkaar, waarbij גוי, ‘dat volk’ duidelijk negatief is.↩︎