1 Petrus 2,11-25
- Vertaling: Eefje van der Linden
- voor 30 april 2023: 4e van Pasen (A-jaar)
- uit 1 Petrus: 1 Petrus 2,11-25
Noten
-
de twee woorden die min of meer synoniemen zijn, heb ik samengevoegd.↩︎
-
Eigenlijk ‘vleselijk’, maar uiteindelijk gekozen voor ‘zelfzuchtig’, de mens als een op zichzelf gericht wezen. M.H. Bolkestein, De brieven van petrus en Judas, Callenbach 1984, 94↩︎
-
psychē ‘Ziel”hoeft niet Grieks te worden uitgelegd, maar het kan betekenen het wezenlijk van de mens en kan ook als toekomstig leven worden opgevat, zie M.H. Bolkestein, 94↩︎
-
Vaak vertaald als ‘vergelding’. het gaat eerder om toezien, bezoeken, let op de verwantschap met épiskopos’,v. 25.↩︎
-
hypotassō betekent een erkenning en respect van ieders bijzonder functie↩︎
-
‘ktisis’, kan niet betekenen ‘instelling’, maar betekent hier schepsel. De keizer wordt zo terug gebracht tot menselijk schepsel en zo ontgoddelijkt.↩︎
-
Zou Luther uit deze brief de mosterd gehaald hebben voor zijn uitspraak: Een christen is een zeer vrije heer over alle dingen, aan niemand onderworpen. Een christen is een zeer dienstvaardige knecht van allen, onderworpen aan allen.↩︎
-
Spreuken 24:21↩︎
-
Woord wordt gebruik voor huisdienaren. Zij die meewerkten in het huis als onderwijzers en schrijvers bijvoorbeeld. Het kan moeilijk een vocatief zijn als er een lidwoord bij staat en er is sprake van een mediaal participium praesens. Maar hierdoor komt de zin wel in de lucht te hangen. Van Houwelingen zou dit wijzen op een semitische invloed op het Grieks. Waardoor toch gepleit wordt voor een imperatief? P.H.R Van Houwelingen, 1 Petrus. Rondzendbrief uit Babylon, Kok, 2013,12 en 97.↩︎
-
‘kleos’ komt van ‘kaleo’, roepen. Ik heb ‘roep’ gebruikt als synoniem van roem.cd↩︎
-
Participium praesens wordt gebruikt voor gelijktijdigheid.↩︎
-
het werkwoord heeft ook iets van optillen↩︎
-
De zin kan grammaticaal duiden op een priesterlijk zondoffer. Het hout is dan de aanduiding van het kruis als altaar (Lev 14:20) Anderen zien liever Jes 53:12. Het kan echter ook de plaats van vervloeking zijn. Met de kruisiging van zijn lichaam worden door de vrijwillige overnam nu aan het het lichaam van Christus klevende zonden gekruisigd. M.H. Bolkenstein, De brieven van Petrus en Judas, Callenbach 1984,112,113↩︎
-
vers 21-25 citaten uit Jes. 53:5-9↩︎