Amos 8,4-7
- Vertaling: Adri van der Wal
- voor 18 september 2022: 1e van de herfst (C-jaar)
- uit Amos: Amos 8,4-7
De passage vertoont duidelijke gelijkenis met Amos 2:6-7. Het gedeelte werd door J. Jeremias (‘Amos 8,4-7 – ein Kommentar zu 2,6f’, in: W. Gross et al., Text, Methode und Grammatik, Festschrift W. Richter, St. Ottilien 1991, 205-220 beschreven als commentaar op Amos 2:6-7. Vergelijk ook Amos’ sociale kritiek in 5:7.10-12. In Amos 5:11-12 verschijnen ook de termen דל, בר en אביון als in Amos 8:4-7.
Noten
-
Het gedeelte wordt getypeerd door een drietal herhaalde termen: אביון (8:4b.6b), שבר (8:5c.6c) en בר (8:5d.6c).↩︎
-
Dit ter weergave van de lamedh in het tweede deel van het vers. De lamedh voor de drie infinitieven in vers 5f-g-h en de infinitief in 6a is in dezelfde zin opgevat.↩︎
-
Hierna volgt in vers 5b-6c een lang citaat, in het Hebreeuws weergegeven in één zin.↩︎
-
Hier de niet weer te geven allittererende uitdrukking שֶּׁ֔בֶר נַשְׁבִּ֣ירָה.↩︎
-
HAL III geeft hier: ‘den das Getreide enthaltenden Sack öffnen’. C. van Leeuwen, Amos, POT, Nijkerk 1985, 300: ‘de graanschuren openen’. HSV: ‘de korenschuren … openen’. Naardense Bijbel: ‘de graanschuur openzetten’. Willibrordvertaling-1995: ‘graan uitstallen’. Buber-Rosenzweig: ‘daβ wir wieder Getreide eröffnen’. Het gaat hier om wat de rijken aan koren in voorraad hebben, niet om de verblijfplaats daarvan.↩︎
-
Buber-Rosenzweig: ‘Geldgewicht’.↩︎
-
Letterlijk: te krommen. C. van Gelderen, Het boek Amos, Kampen 1933, 227 vertaalt: ‘met bedrieglijk gebruik van de weegschaal’. Zijns inziens wordt מרמה hier anticiperend gebruikt (231). De weegschaal wordt bedrieglijk door wat deze handelaren met de weegschaal doen. Het Hebreeuws spreekt evenwel van ‘vervalste weegschalen’ (status constructus). Naardense Bijbel: ‘en een vervalste weegschaal nog krommer te maken’. Ik ga hier mee met de Willibrordvertaling-1995 die de vervalste weegschaal als werktuig ziet bij het bedriegen en daartoe het woordje ‘met’ invoegt.↩︎
-
Een omschrijving van God zelf, zoals Hij ook in Am. 4:2 en 6:8 bij zichzelf zweert. De samenstelling vinden we ook in Ps. 47:5 en Am. 6:8. In het laatstgenoemde vers heeft de term een ongunstige klank.↩︎