Daniël 2,1-49
- Vertaling: Leo van den Bogaard
- voor 27 september 2020: 2e van de herfst (A-jaar)
- uit Daniël: Daniël 2,1-49
Nebukadnessars droom
Noten
-
dromen: Er zijn overeenkomsten en verschillen met de dromen van Farao (Gn 40-41).↩︎
-
De verzen 2b tot en met 25 zijn niet in het oecumenisch Leesrooster opgenomen. Daniël 2:4b-7:28 is in het Aramees geschreven.↩︎
-
ze: Meervoud, nl. de gedachten die in v. 29 genoemd zijn.↩︎
-
Daniël beschrijft het beeld in de vorm van een waṣf (beschrijvingslied), hier van het hoofd tot de voeten, verderop (34b-35aα) van de voeten tot het hoofd. Vgl. de vier awṣāf in Hooglied (Hl 4:1-7; 5:10-16; 6:4-10; 7:1b-10a).↩︎
-
handen: Lett: ‘twee handen’ (dualis).↩︎
-
onvindbaar: Lett.: ‘werd niet gevonden.’↩︎
-
aardser dan het uwe: D.w.z. inferieur aan het uwe.↩︎
-
eeuwigheid: Lett.: ‘eeuwigheden’.↩︎
-
eeuwigheid: Lett.: ‘eeuwigheden’.↩︎
-
rots: Hoewel dit in het Aramees hetzelfde woord (*ṭūr, ‘berg’) is als in v. 35, gaat het niet om de berg die het resultaat was van de ineenstorting.↩︎
-
handen: Lett.: ‘twee handen’ (dualis).↩︎
-
de grote God: Lett: een groot God.↩︎
-
wierp … zich op zijn aanschijn: D.w.z.: maakte een kniebuiging en raakte met zijn hoofd de grond (en/of de zoom van het kleed van Daniël) aan.↩︎
-
offerande: Of: ‘graanoffer’. Z. ook Gn 4:3: ‘een offer van de vrucht van de aardbodem’.↩︎
-
uw: Meervoud (‘jullie’).↩︎
-
maakte … groot: Vgl. Lc 1:46.↩︎
-
gewest Babel: D.w.z. geheel Babylonië.↩︎
-
over: Toegevoegd.↩︎
-
was in de poort van de koning: D.w.z. ‘(ver)bleef aan het hof.’↩︎