Openbaring 5,6-14

 


Een kijkje in de hemel. En het horen van een loflied.

6
En ik zag in het midden van de troon
en de vier levende wezens1
en in het midden van de oudsten2
een lam — als geslacht —
dat zeven horens en zeven ogen heeft,
dat zijn de zeven geesten van God uitgezonden naar alle landen.
7
En het kwam en ontving (de boekrol)
uit de rechterhand van hem
die gezeten is op de troon.
8
En toen het de boekrol ontving,
vielen de vier levende wezens
en de vierentwintig oudsten
neer voor het lam,
elk hebbende een citer3 en gouden kommen,
gevuld met reukwerk,
dat zijn de gebeden van de heiligen,
9
en zij zongen een nieuw lied4 zeggende:
jij bent waardig om de boekrol te ontvangen
en zijn zegels te openen
want jij bent geslacht en hebt hen gekocht5
voor God met uw bloed
uit elke stam en taal
en volk en natie,
10
en jij hebt hen voor onze God gemaakt
tot een koninkrijk en tot priesters
en zij zullen als koningen heersen op aarde.
11
En ik zag
en ik hoorde een stem van vele engelen
rondom de troon
en van de levende wezens en de ouderlingen
en het getal van hen was tienduizenden tienduizendtallen
en duizenden duizendtallen
12
zeggende met grote (luide) stem:
het lam dat is geslacht is waardig om te ontvangen
de kracht en de rijkdom
en de wijsheid en de sterkte
en de eer en de glorie en de lof6 .
13
En ieder schepsel in de hemel en op de aarde
en onder de aarde en op de zee,
en alles wat daarin is,
hoorde ik zeggen:
aan Hem die op de troon zit en aan het lam
de zegening en de eer en de glorie en de kracht
tot in de eeuwen der eeuwen.
14
En de vier levende wezens zeiden:
amen.
En de ouderlingen vielen neer
en brachten hem hulde.
 

Noten

  1. Er staat een participium van het werkwoord `leven´. Wat vul je dan aan, dingen, wezens? Of maak je van het participium `dieren´ of `beesten´?↩︎

  2. Letterlijk ook te vertalen als: ouderlingen↩︎

  3. Ook mogelijk: harp↩︎

  4. ode↩︎

  5. vrijgekocht, verlost↩︎

  6. zegening↩︎

Scroll naar boven