1 Korintiërs 12,12-27
- Vertaling: Frank Wiersma
- voor 24 januari 2016: 3e na Epifanie (C-jaar)
- uit 1 Korintiërs: 1 Korintiërs 12,12-27
Het lichaam van Christus
Noten
-
melos = deel, stuk; lidmaat (mens of dier), lid van vereniging, kerk > ledematen van Christus↩︎
-
cf. Rom12: 5↩︎
-
baptizoo = in– of onderdompelen, verdelgen; indopen, (zich) baden, wassen↩︎
-
cf. Rom1: 18vv; Ef2: 11vv↩︎
-
potizoo = drenken, te drinken geven, dronken maken. Augustinus, Luther en Calvijn: beker van het avondmaal? Cf. ook 1Kor10↩︎
-
i.d.z.v. velerlei↩︎
-
asthenes = zwak, ziek, krachteloos gebrekkig↩︎
-
anagkaios = nodig, noodzakelijk↩︎
-
perithemi = omdoen, aandoen, opzetten, met eer omgeven, versieren↩︎
-
perissos = daar bovenop, meer dan het gewone, veel meer, groter, zwaarder, meer, overvloediger↩︎
-
aschemoon = lelijk, onfatsoenlijk, schandelijk↩︎
-
euschemosune = goede houding en gedrag, bevalligheid, sierlijkheid, fatsoen; alleen hier: eer (Murre)↩︎
-
euschemosune plur↩︎
-
sugkeranumi = vermengen, samenstellen↩︎
-
ustereoo = achterblijven, ontbreken, gebrek hebben, missen, onderdoen↩︎
-
schisma, cf. 1:10↩︎
-
merimnaoo = zorgen, zorgdragen, bezorgd zijn↩︎
-
doxazoo = roemen, prijzen, verheerlijken↩︎
-
meros = deel, aandeel, part(ij). Welke partij dat is komt in het vervolg aan de orde↩︎