Matteüs 24,14-35
- Vertaling: Frank Wiersma
- voor 23 november 2014: 10e van de herfst (A-jaar)
- uit Matteüs: Matteüs 24,14-35
het teken van de zoon van de mens in de grote beproeving
14
15
16
dan moeten wie in Judea zijn,
vluchten naar de bergen6 .
17
Wie op het dak is,
daal niet af om iets uit zijn huis mee te nemen.
18
Wie op het land7 is,
keer niet terug om zijn mantel op te halen.
19
Wee de zwangeren of zogenden in die dagen!
20
Bidt toch dat je vlucht niet in de winter valt of op sabbat8 !
21
22
23
Wanneer dan iemand tegen jullie zegt:
Zie, hier: de gezalfde of hier
— vertrouwt het niet!
24
25
Wanneer ze dan tegen jullie zullen zeggen:
26
Zie, hij is in de woestijn!
— trekt er niet op uit19 ;
zie, in de binnenkamers!
— vertrouwt het niet!
27
28
Waar het aas ligt daar verzamelen zich de gieren23 .
29
Maar onmiddellijk na de verdrukking24 van die dagen
zal de zon worden verduisterd
en de maan haar glans niet geven,
zullen de sterren van de hemel vallen
en de machten des hemels door elkaar worden geschud.
30
31
Hij zal zijn boden uitzenden met groot bazuingeschal
en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen
van de hoeken der hemelen tot aan hun (andere) hoeken!
32
Van de vijgenboom moeten jullie de gelijkenis leren:
wanneer zijn tak begint te ontspruiten
en zijn bladeren uitbotten,
weten jullie dat de zomer dichtbij is.
33
Zo ook jullie,
wanneer jullie deze dingen alle27 waarnemen,
dan weten jullie dat het dichtbij is, voor de deur.
34